flntiroord op het iroord can tegen
spraak Dan den Kapitein der Artillerie
Ch. Kiès op mijn artikel „De Vestingar
tillerie niet meer altijd te Iaat".
In de eerste plaats spijt het mij, dat Kap. K. veronderstelt, dat
mijn artikel het denkbeeld kan dóen ontstaan, zelfs bij artilleristen,
dat de autoriteiten, die in deze te zeggen hebben, zich op een
conservatief of achterlijk standpunt houden.
Ik kan begrijpen, dat iemand tot dat denkbeeld zou komen, maar
moet ik, en met mij ieder ander, daarom nalaten beginselen te ver
kondigen of aan te bevelen, die niet overeenkomen met de ideeën
dier autoriteiten?
Dat zou toch werkelijk een ongemotiveerde rem zijn voor alles,
wat mogelijke verbetering zou kunnen brengen!
Mijn antwoord op zijn vraag is dan ook: Natuurlijk ben ik over
tuigd, dat die autoriteiten de Hollandsche voorschriften gelezen
hebben en dat zij naar hunne meening ze niet hebben kunnen aan
vaarden voor de Indische Vestingartillerie. Maar juist daarom schreef
ik mijn stuk, omdat naar mijne meening de in Nederland aange
nomen beginselen wel degelijk toe te passen zijn in Indië, en
van die meening heeft de tegenspraak van Kap. K. mij niet kunnen
afbrengen.
Bovendien heeft de schiet en oefeningservaring door mij opgedaan
in Nederland in de vele maanden, die alweer verstreken zijn sinds
ik mijn artikel schreef, mij ten zeerste in die meening versterkt.
Maar laat ik eerst aan de hand van de tegenspraak van Kap. K.
nagaan, waarop die bestrijding voornamelijk berust.
Ik vind dan: 1. Het Indische teriein maakt posten (peil-en waar-
nemings-) met G S. K. onmisbaar.
2. Slechts flankeerend inzicht is mogelijk in het
terrein en daarom zijn die posten niet geschikt
voor Co. post.
3. Er zijn te weinig officieren om tot een organi-
167
I. M. T. 11 1918.