De grootte van dezen sector is ongeveer 90°. De punten, waarop
vuur moet kunnen worden gebracht, liggen op 1800,15G0 en 1600 M.,
voor het terrein ten Z. van den weg o- 695 - Tjigondewah is
daarentegen geen afstand genoemd.
Het vuur op laatstbedoelde strook is niets anders dan nabijver-
dediging, flankeerend vuur vlak voor de stelling.
Ten slotte zien wij in het bevel, dat de B. C. moet vuren op
loonende doelen, zooals hemzelf zal goed dunken.
Wat hebben wij hiertegen in te brengen
De batterij heeft een reuzentaak gekregen. Een sector van 90°,
waarin vuur geeischt wordt op korte afstanden, hetgeen tal van
moeilijkheden bij de opstelling meebrengt, en tevens meewerken
voor de nabijverdediging.
Ik heb niet op het terrein nagegaanof één steliing voor al deze
opdrachten mogelijk was, betwijfel het echter sterk.
De afstanden van de opgesomde punten, waarop moest kunnen
worden gevuurd, zijn, in verband met de omstandigheden zeer klein.
Opgegeven had moeten worden, op welke groote afstanden het
vuur geopend moet worden. Nu weet ik wel, dat de partijcomman
dant heeft toegelicht, dat het vuurbrengen op grootere afstanden
door zijn bevel niet uitgesloten was, doch op deze wijze krijgt men
geen besliste bevelen. De partijcommandant heeft toch ook geen
strook aangewezen, doch alleen punten.
De veldvuurmond kan met G. K. nog vuren tot op 6000 M.,
G. zelfs tot 6400 M. Wat hebben we aan deze groote dracht, wanneer
juist in gevallen ais deze er geen gebruik van wordt gemaakt?
Het stuk van den groote weg van paal 14 tot den Zuidrand van
Soekabiroes 2 is grootendeels in te zien vanaf den Lagadar. Men
had dit moeten weten (en wist het natuurlijk ook), omdat men
langs dien weg was teruggetrokken. Westelijk van den wegloopt
de Tjïtaroem, oost van den weg een uitgestrekte sawahvlakte met
weinig begaanbare, trouwens overdekte wegen.
Dit accès was de clou van de verdediging. Hier had de artillerie
op moeten vuren, hoe dan ook. De afstand bedroeg nog slechts
4500 M., het défilé moest door alles, wat voertuig is, genomen
worden Daar het ravijn van den Tjitaroem wordt geènfileerd, vindt
zelfs infanterie weinig dekking tegen vuur. Indien de batterij op
dit gedeelte een levendig vuur had onderhouden, zou zij den vijand
een ernstige belemmering in den weg hebben gelegd. Dit vuur
249