ingelicht, en kan hij zich dus geheel op die toekomst voor
bereiden.
Een waarschuwing als hoogerbedoeld zal, op verzoek van den
belanghebbende, nog éénmaal en op gelijke wijze kunnen plaats
hebben, en wel uiterlijk één jaar, nadat de majoorsrang is bereikt,
c. q. binnen zes maanden na terugkomst in Indië. Het daartoe
strekkende verzoek zal voor de bevordering tot genoemden rang
moeten worden gedaan, opdat daarmede rekening kunne worden
gehouden bij de indeeling.
Voor het geval de aan de beantwoording van de vraag sub 111 d.
te verbinden toevoeging gunstig luidt, bijvoorbeeld „steekt in
vakkennis boven het middelmatige uit", dan zal op het hoogerbe-
doelde tijdstip moeten worden beslist, of die toevoeging al dan
niet wijziginig zal moeten ondergaan. Heeft wijziging in ongun-
stigen zin plaats, dan wordt de betrokkene hiermede, bij wijze van
waarschuwing, in kennis gesteld.
Motiveering eenerzijds en reclame anderzijds blijven ook bij deze
(nadere) waarschuwing achterwege.
Is de rang van luitenant-kolonel bereikt, vóórdat het hierbe-
doelde tusschentijdsche onderzoek heeft kunnen plaats vinden
bijv. door afwezigheid van den betrokkene uit Indië—dan blijft het
achterwege en zal ten spoedigste worden overgegaan tot het on
derzoek, noodig voor de definitieve beoordeéling van de ge
schiktheid voor kolonel.
Aan hen, die ongeschikt worden geacht voor bevordering tot
majoor of tot luitenant-kolonel, ware afschrift te verleenen van de
geheele eindbeoordeeling. Daardoor zal het hun ongetwijfeld veel
minder moeielijk vallen zich bij die beoordeeling neer te leggen;
menigeen zal daardoor wellicht worden terugghouden van het in
dienen van eene onnutte reclame.
Ook bij het huidige systeem is het streven erop gericht, om
ten aanzien van de toekenning van de geschiktheid voor den
hoogeren rang aan kapiteins, een beslissing te nemen, enkele
jaren vóórdat dezen aan de beurt zullen komen voor bevor
dering Na het vallen van die beslissing is echter iedere
nieuwe korpscommandant niettemin verplicht om zich de ge
gevens te verschaffen voor het uitbrengen van een volledig
eigen oordeel Voor den betrokkene beteekent dit, dat hij tel-
263
I. M. T. 17 1918.'