dat zou kunnen vrijwaren voor teleurstellingen, welke onbruik bare of plichtvergeten elementen zouden berokkenen. Het streven naar zulk een stelsel doei aan de overgroote meerder heid der officieren onrecht; tegenover de overige treffe men bijzondere maatregelen. In onze bovenstaande beschouwingen hebben wij ons, om licht te begrijpen redenen, bepaald tot de Infanterie. Mogelijk, dat anderen aanleiding vinden om de zaak ook voor andere wapens en dienstvakken te bezien. K. F. E. Gerth van Wijk. Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf. 267

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 43