het is intusschen weinig denkbaar, dat een Colonne-Commandant
ooit een opdracht ad. a. zou behoqren te geven.
Echter geldt het gestelde in alinea (3) „blijven zij in de eerste
plaats in voeling, enz." slechts tot zekere hoogte voor de
verkenningsafdeelingen ad b. (zie hiervoren: afstand dagmarsch).
Alles en alles bij elkaar bevredigt punt 130 ons maar erg.
weinig en is door de redactie daarvan (en van andere punten
in het V V.) o.i. de oude quaestie over het „gebruik van
cavalerie" geenszins op heldere wijze opgelost.
We verwijzen hiervoor den belangstellenden lezer o.m. naar
de uitnemende artikelen in den Mil. Spectator van 1905 van
W. en naar de lezing in de I. K. V. gehouden ir. 1914 over
wenschelijke wijzigingen in het (vorige) V V. en in de G. H.
p. 131 (2) Dit is niet wenschelijk, als het zijn eigenlijke taak.
kan schaden.
p. 134 (4). Hoe stelt men zich dien voorsprong voor, moet er
op gewacht worden?
De bedoeling is, dat men ze zeer tijdig vooruit moet zenden,
p. 138 (2). Dit is „ophelderingsdienst" van strategischen aard.
(3) en dit verkenningsdienst (tactisch werk),
p. 139 (1). Hoe vangt men postduiven op?
p. 142 (2) De tweede zin klopt o i. weinig met den eerste:
Waarom, daarom?
Een patrouille moet minstens bestaan uit den waarnemer -f-
een reserve-waarnemer en de vermoedelijk noodige ordonnansen.
(3). Men steile zich van seinmiddelen niet te veel voor, vooral
niet van „optische".
P. 143 (9). Hoe geschiedt de voorzetting van de waarneming
tijdens de rusten
(11). Wat doet een patrouille met zulke gevangenen?
p. 144 (1) De patrouilles zijn slechts elementen van het ver
kenningsdetachement.
Een verkenningsdetachement wordt uitgezonden om meer uit-
gebreiden verkenningsdienst te doen, dan met een patrouille
mogelijk ishet zendt meerdere patrouilles uit, lost die af,
steunt eventueel die patrouilles en verschaft ze c. q. door
een gevecht gelegenheid tot waarneming.
275