p. 165 (1). Ook, wanneer het doen loopen van flankpatrouilles
uitgesloten is (167).
p. 166 (2). Wanneer worden artillerie en mitrailleurs toege
voegd of geldt hier ook 't beginsel van 157 (3)?
De uitdrukkingen „sterke'' en „veelal geraden" zijn wel wat
onbepaald.
p. 168. Vertraging van den marsch mag een flankdekking
nooit geven; immers de kleine regelt zich altijd naar de groo-
tere? En moet de hoofdmacht veiligheidshalve eventueel op haar
flankdekking wachten, dan is dit 't beste bewijs, dat de laatste
beslist noodig is.
„Daarentegen, enz", dit is een groot voordeel,
p. 169. Als regel dirigeert de A. B. de verkenningsorganen.
Voor een flankdekking geldt uit den aard der zaak hetzelfde
als voor elke andere afdeeling, die een oorlogsmarsch verricht,
n. 1. hoe beter in den verkenningsdienst (indirecte beveiliging)
wordt voorzien, des te minder omvangrijk kan de veiligheids
dienst zijn, zonder dat deze echter achterwege kan blijven.
Qegeven een hoofdmacht, die zich naar de een of andere
zijde moet beveiligen, dan geschiedt zulks door een veiligheids-
afdeeling van voldoende sterkte, die zich in de bedreigde rich
ting echelonneert met een tweeledig doel:
a. om hare taak als beveiligende afdeeling ten opzichte van
de hoofdmacht te vervullen,
b. om zelve beveiligd te zijn (de voortroep is de beveiliging
van den hoofdtroep, een zijtroep van een flankdekking, de
spits de beveiliging van den voortroep, enz).
O. i. zal dus ook een flankdekking zich ondanks de indirecte
beveiliging om 2 redenen zijwaarts dienen te echelonneeren,
terwijl zij bovendien voor directe beveiliging van eigen front
en rug zal moeten zorg dragen; principieel achten we geen
verschil aanwezig tusschen de wijze, waarop een flankdekking
hare taak vervult, en de wijze, waarop zulks door een voor
hoede geschiedt.
Duidelijk is, dat een flankdekking bij een flankmarsch meer
uitgebreide veiligheidsmaatregelen treft in zijwaartsche rich
ting, dan bij een frontmarsch.
p. 170. Het beginsel is juist.
281