p. 176 (2). De „voorhoedecomdt", dat is dus bij een
hoofdmacht van 1 eskadron de officier van alinea (1)?
In alinea (1) wordt echter niet van wielrijders gesproken!
p. 177 (1). Blijkbaar wordt hier bedoeld een voorhoede van
een Cav.-macht, sterker dan 1 eskadron [zie 176 (1)].
(2). Hier lezen we, dat de voorhoede [dus ook de patr. v. 176
(1) sprongsgewijze marcheert en [dit geldt niet voor de patr.
v. 176 (1) Voorpatrouilles uitzendt?
p- 178 (2). Ook om de reden, vermeld in 160 (1), moeten de
afstanden klein zijn.
(2). Zie 167(1).
(3). Is overenkomstig 165 en 167.
p. 179. 2 K. M. is om te verkennen wel erg weinig.
Bij een snelheid van 20 K. M. per uur geeft zulks 6 min. tijd.
p. 182 (1). Vooreerst zij aangeteekend, dat de hoofdtaak is
eventueel tijd (en daardoor rust) en ruimte aan de hoofd
macht te verschaffen; hetgeen in 182 voorop staat (kleine ondern.),
is bijzaak.
In verband hiermede is de voorpostenreserve het hoofdele
ment, dat is de vuist, waarmede eventueel geslagen moet worden,
evenals bij de voorhoede met den hoofdtroep.
Te verkiezen ware voor de geheele alinea een redactie over
eenkomstig punt 155.
(2) Verkenningsdienst is in beginsel zaak van den A. B en
niet van de veiligheidstroepen.
Wil men verkenningsdienst door de voorposten doen verrich
ten, dan ware toch instede van de redactie: „binnen de voor
de verkenning aangegeven grenzen" liever te stellen: „voor
zooverre voor den veiligheidsdienst gewenscht is".
(3). Behoort dus eigenlijk onder (1), zie wederom punt 155.
Het is niet duidelijk, waarom in deze alinea over het „bera
men en doen uitvoeren van nachtelijke ondernemingen" wordt
gesproken; die zinsnede had o. i. hier geheel achterwege kunnen
blijven.
(4). De flanken der hoofdmacht zullen soms door aparte af-
deelingen worden beveiligd, onder apa/te Commandanten, recht
streeks staande onder den A. B. [zie 184 (3)
p. 183. Dit geldt voor het geheele V. V.
283