p. 239. Zie, in verband hiermede, de aanteekening bij punt 208. Dergelijke Cavalerie bestemd voor de flank der „voorposten opstelling" kan o.i. wel onder den voorpostencomdt. staan. Die „ver vooruit" of „voor de flanken der hoofdmacht" staat uiteraard onder den A. B. p. 240 (1). Nog eens, dit is het „hoofdelement" van den voorpostendienst, de vuist, waarmede eventueel geslagen moet worden. (2) en (3). Konden o.i. zonder bezwaar zijn weggelaten zie legering. p. 241 (2) en (3). Konden mede zonder bezwaar zijn weg gelaten: zie legering, punt 120 (2) en punt 113. p. 242 (2). Dus beveiling naar alle kanten! Waarom veelal door karabijnvuur? (4). Wat is, in verband met (2) (naar alle kanten), de van den vijand afgekeerde zijde? p. 243. Wat is „bij hooge uitzondering"? p. 244 (1). Is 3 a 5 K. M. niet wat erg ver? p. 245 (1). Voor „kijkers", zie het aangeteekende bij punt 230. p. 247. Liever zouden wij spreken van rivier- en kustbewaking en -beveiliging en van bewaking van en beveiliging vóór ver sterkte stellingen. Bij de beveiliging der laatste zullen afgescheiden van het geval bedoeld in punt 250 de aan bepaalde veiligheidsafdeelingen aan te wijzen strooken niet uitgebreider kunnen zijn, dan voor normale gevallen regel is, daar alsdan het voorterrein der stelling zoolang mogelijk moet worden vastgehouden. Wèl is zulks het geval bij kust- en rivierbeveiliging, zoodat het vet gedrukte gedeelte vooral hierop slaat. p. 248. Dit is „rivierbewaking": in te lasschen ware „of plaats hebbende', p. 249 (1). Dit is „rivierbeveiliging". (3). Hier dus sluippatrouilles, ook van de voorpostende tachementen. Hoofdstuk VI. Verplegingsdienst. p. 251 (1). Wat is-eigenlijk de beteekenis van'het begrip: „verplegingseenheid" 290

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 66