ten bate strekken, geeft gelegenheid tot het in 't leven roepen van dien stand, welke onze Europeesche samenleving mist, de middenstand. Alle hier opgegaarde handigheid zijn den militair ten nutte, om niet ongewapend voor den strijd om 't bestaan eenmaal in de burgerij weer te worden opgenomen. Een ar beidsbeurs en credietbank treden als bemiddelaars op. Eindigen wij hiermede onze beschouwing voor den wel niet volmaakten, maar toch in elk geval leerrijken gedachtengang der voorgelegde ontwerpen, waarvan wij de kennismaking aan iederen belangstellende kunnen aanbevelen. Thans nog een woord over den stand van zaken bij de ver- eeniging in wording. De belangstelling, welke van uit de bur gerij betoond wordt, is niet onbemoedigend. In Soerabaja is reeds eene krachtige afdeeling geboren, ook in Salatiga, Tegal en Bandoeng worden pogingen gedaan, om afdeelingen op te richten. Z. E. de Gouverneur-Generaal heeft zich bereid verklaard het beschermheerschap te aanvaarden, terwijl de ondervolgende heeren en dames genegen zijn, om in 't Hoofdbestuur zitting te nemen. 1 Dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dubbeldam. 2 J. Berendsen 3 Mevrouw H. Carpentier Al- ting geb. Deibel. 4 Prof. Mr. J. H. Carpentier Alting. 5 M. H. Damme. 6 L. Engel. 7 R. M. C. d'Engelbronner. 8 A. F. Folkersma. 9 C. H. de Goeje. 10 P. L. de Gaay Fortman. 11 Mej. P. C. van Gheel Gil- demeester. 12 F.J.A.M. Haakman v.d. Berg. Zendingsconsul, Weltevreden. Directeur postspaarbank Presidente Vrouwenraad. President Hooggerechtshof. Hoofd der S.S. en Tramwegen President Factorij N. H. H. Kapitein-adj. van Z. E. den G. G. Buitenzorg. Ambtenaar volkslectuur. Hoofd der Scheepvaart. Luitenant Kolonel der Genie, Bandoeng. Wijkzuster. Chef handelshuis. 297

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 73