Uit de Practijh. Ons militaire schoeisel. Sedert eenigen tijd worden aan onze militairen schoenen verstrekt, voorzien van enkelriemen. Daar ik als officier te velde mijne schoenen uit de militaire magazijnen tegen betaling ontvang en dus practisch de eigenschappen dezer enkelriemen heb ondervonden, lijkt het mij niet ondienstig eenige regels aan deze voorwerpen te wijden. in de eerste plaats kan ik de voordeelen van de enkelriemen niet inzien. Het leder is van zoodanige qualiteit, dat men eiken morgen den riem weder een gaatje nauwer moet aanhalen om te kunnen voelen, dat de enkelriem de schoen vaster aan den voet verbindt, net zoo lang, tot de riem in tweeën scheurt. In de tweede plaats zijn deze riemen voor het gaan in de rimboe zeer onpractisch, daar men steeds gevaar loopt in dicht begroeid terrein achter uitstekende wortels en takken met de voeten te blijven hangen, hetgeen bij het afdalen van steile hellingen zelfs vrij gevaarlijk kan worden. Ik kan het mijn soldaten dan ook niet kwalijk nemen, wan neer zij die dingen er dadelijk afsnijden, ofschoon zulks verboden is. Ik zelf ben er ook toe gekomen. Conclusie: Het ware beter onzen militairen zoodanig pas send schoeisel te geven, dat deze riemen geheel overbodig waren. West-Ceram, 9 Febr. 1918. A. M. Sierevelt. Eerste-Luitenant der Infanterie. 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 78