logstijd bij den B T. loopen, en de korporaals op de rust kamersja die zijn er dan meer, doch bij mobilisatie heb ik een sergeant noodig voor den G.T. en dus is er dan wel plaats voor hen, of ze moeten maar verdwijnen in het voor aanvulling en depots zoo hoog noodige overcompleet. De voorname vraag, of deze regeling meer zal kosten, kan ik zoo in eens niet beantwoorden, daarvoor is het idee niet voldoende uitgewerkt 1). Doch dat de troep en de compagniescomman danten minder zouden lijden onder het tekort aan administra teurs, staat bij mij vast. Echter onder één voorwaarde, en wel dat er allerwege (te beginnen bij het D.v.O.) naar worde gestreefd het schrijfwerk bij den troep tot het hoog noodige te beperken, door overeenkomstig, hetgeen reeds in de corres pondentieorder staat, van alle circulaires en dergelijke stukken eene ruime hoeveelheid exemplaren voor de korpsen en com pagnieën te expediëeren, ten einde het maken van afschriften te voorkomen, door garnizoensorders e.d. gehectografeerd te ver strekken en door bij brieven (speciaal naschriften), die beantwoor ding vereischen als anderszins, nooit de onhartelijke uitdrukking "en terug" te gebruiken, zoodat alweer afschrift genomen moet worden, doch een doorslag te maken. Ten slotte stelle men een dam in den stroom van stukken, die beginnen met: „in afwachting van een eerlang te verschijnen alg. order", en leide men het bovenstrooms ontstane af door de uit te diepen kanalen der Landsdrukkerij. Bandoeng, 7 Maart 1918. F. Treffers, Eerste-Luitenant-Adjudant der Infanterie. 1) Voor andere wapens zou natuurlijk een gelijksoortige regeling getrof fen moeten worden. 304

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 80