Marineblad No- 4.
Uit dit nummer stippen we aan
„Astronomische plaatsbepaling zonder hoogtemeting" vanC. C.
Kayser; wellicht van belang voor onze topografen.
Voorts een vertaling van een opstel over Zeestrategie van
Rear-Admiral Bradley A. Fiske in U. S. Naval Inst Proceedings,
March-April 1916. Een interessant artikel, waarin de systema
tische opbouw van de Duitsche en Japansche vloten, zoowel
wat het materieel als de opleiding van het personeel betreft,
zeer hoog worden aangeslagen. Schr. stelt op den voorgrond,
dat de studie van de Zeekrijgsgeschiedenis, het op de kaart tot in
détails uitwerken van verschillende denkbare oorlogsgevallen,
daartoe geleid hebben. Bij een vergelijking van de strategische
methodes in Duitschland en Amerika, moet schr. toegeven, dat
de Duitsche werkwijze beter geschikt is om op economische
wijze een marine in te richten, in staat om zich met kans op
succes in den oorlog te meten met een vijand, dan de
Amerikaansche, welke afhankelijk is van de beslissingen van het
Congres. Het congres alleen bepaalt, wat voor schepen en
ander materieel gebouwd zullen worden, hoeveel officieren en
manschappen de uniform zullen dragen.
Van de Engelsche vloot zegt schr., dat deze door de over
winning van de Jap. vloot bij Tsushima opschrikte uit haar
conservatisme en ineens met volle kracht begon aan de moder
niseering van haar strategie, waarvoor zij in den korten tijd
van 10 jaar een geheele omwenteling heeft ondergaan. De
leermeester leerde van den leerling.
In „Zoeklichtstralen" wordt voortgegaan met de beschrijving
van verschillende toestanden aan boord van oorlogschepen bij
ontmoetingen met den vijand, ter illustreering van den geest
van het Zeekrijgsvolk.
In de korte mededeelingen staat onder de literatuuropgave
voor torpedo- en mijnwezen het artikel van Majoor W. H. C.
Holle vermeld „Een wakende mijnversperring in Straat Soenda"
(1. M T. Juli 1917), echter met de achtervoeging „Spielerei"?
Voorts één vraag van de Redactie van het Marineblad aan Maj.
Holle: „Hoelang werkt de mijn „Léon" of, en dit komt op het
zelfde neer, hoe lang duurt het om Straat Soenda met dergelijke
mijnen te versperren?"
Het nummer eindigt met het voorloopig verslag en de memorie
van antwoord betreffende de marinebegrooting voor 1918.
S.
308