den aangewezen, waartegen de infanterie haar aanval zou richten,
waarbij er dan nogmaals niet de minste reden zou zijn, om een
bewakingsstelling in te nemen.
Wanneer wordt artillerie in bewakingsstelling gezet? Als haar
nog geen doel kan worden aangewezen, doch in een zekere ter-
reinstrook doelen kunnen worden verwacht.
Wanneer wordt artillerie in een stelling tegen een bepaald doel
gezet? Als haar een bepaald doel kan worden aangewezen.
Uit deze regels volgt, dat de bewakingsstelling als regel toepas
sing vindt bij de verdediging; het karakter van een verdedigende
stelling in het algemeen is: bewaken van een terreinstrook vóór de
stelling en bestrijden van de doelen, die zich daarin zouden kun
nen voordoen.
Bij den aanval daarentegen wordt de artillerie als regel ingezet
tegen een bepaald doel, omdat de infanterie een bepaald doel aan
valt, en de artillerie den aanval op dat doel moet steunen.
Bij uitzondering komt ook bij den aanval de bewakingsstelling
te pas; b. v. om gereed te staan voor het vuren op te verwachten
vijandelijke batterijen (deze behooren immers niet tot het door de
infanterie rechtstreeks aangevallen -doel). Verder om de infanterie
het overschrijden van open strooken mogelijk te maken, wanneer
men nog niets weet omtrent de bezetting van het bedekte terrein
aan de overzijde (de overliggende rand zal dan te groot zijn om
als één doel te kunnen worden beschouwd, terwijl de hinderpaal
ook vijandelijke artillerie kan zijn).
Het is bij den aanval, dat van de bewakingsstelling het droevigste
misbruik wordt gemaakt. Hoe dikwijls heb 't niet bijgewoond, dat
de artillerie, bij den aanval op de verdedigende stelling, in bewa
kingsstelling werd gezet tegen de geheele verdedigende stelling, met
opdracht „loonende doelen" onder vuur te nemen. De uitwerking
van deze handelwijze is werkelijk tragisch: aangezien de verdediger
zich wel wacht, een hand buiten de dekking te steken, doet dat
loonende doel zich nagenoeg nimmer voor, zoodat de artillerie of
geheel werkeloos blijft of door een of ander toeval vuurt op een
gedeelte van de stelling, waarop geen beslissende aanval wordt
gedaan. Als gunstigste geval kan op vijandelijke artillerie worden
gevuurd.
Van vuur op het punt, waar de beslissing moet vallen, is niet het
minste sprake, vuurconcentratie op het juiste punt ten eenemale
233