XX XX XX Eenige aanieekeningen op hei 17.17.1. (Slot) Hoofdstuk IV. p. 129 (3). De bedoeling van het tweede gedeelte van den zin is, dat ook de uitoefening van den veiligheidsdienst (even als van den verkenningsdienst) gegevens betreffende den vijand en het terrein kan verschaffen. p. 130 (1). Wederom de uitdrukking „Colonne-Comandant"! Ook in (2). (2) In het oog moet o.i. gehouden worden, dat verkennen geschiedt om den A. B. inlichtingen te verschaffen. Het ligt daarom o. i. voor de hand, dat deze daartoe opdracht geeft en zulks niet door Onder-Commandanten (Comdt. Veilig heidstroepen b. v.) geschiedt Wij voelen dan ook niet veel voor het in deze alinea gestelde (3). Verkenning i. te gelasten door den A B.) is te splitsen in a. Opheldering, welke van strategischen aard is en waarvoor, gegeven onze zwakke cavalerie, veelal wel niet veel meer dan eenige officierspatrouilles zullen kunnen worden uit getrokken. In verband hiermede zoude, om de gevechtskracht der tactische Cavalerie niet te verminderen [p. 141 (2)|, zeer gewenscht zijn, dat beschikt werd over een speciaal Es kadron, dat eventueel bedoelde officierspartrouilles levert en dus de noodige zeer handige officieren en ruiters en uit stekende paarden diende te bevatten: b. tactische verkenning, vormende indirecte beveiliging, welke zich in den regel niet verder uitstrekt dan op 1 dagmarsch voor de troepen uit. Als we de alinea (3) goed begrijpen, dan wordt met verken- ningsafdeelingen sub 1 zoowel die ad. a. als ad. b. bedoeld; 274

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 50