/jri Oüerzichf dqd nederlandsche militaire I<5)7 Tijdschriften. De Militaire Spectator, No. 12. Kap. Preij besluit met zijn artikel over afsluiting en gedeelte lijke droogmaking van de Zuiderzee en geeft zijn meening, hoe het afsluitings- en gedeeltelijke droogmakingsplan zou zijn te verwezenlijken met gelijktijdige oplevering van groote militaire voordeelen en zonder noodzakelijkheid om groote uitgaven te doen in het belang van de landsdefensie. Uit militair oogpunt zijn de hoofdzaken daarvan le. dat Noord- Holland en Friesland benoorden de lijn Enkhuizen - Stavoren door een breede strook ingepolderd land worden verbonden, in het midden waarvan het uitmondingskanaal met de sluizen van het Yselmeer naar de Zee, en 2e. dat de stelling van Amsterdam en de N. H. Waterlinie hare aanleuning aan de Zui derzee (Yselmeer) behouden, doordat het grootste deel van de inpoldering naar de Oostzijde van de Zuiderzee is verplaatst. In „het trekken van paarden" geeft Luit. Butner een verklaring van den physieken arbeid, welke door onze viervoeters bij de treinen wordt verricht. Een interessant artikel is voorts dat van kap. de Gelder over „achterblijvers en vermisten". Onder motto „voorkómen is beter dan genezen" bepleit hij een scherpe en duidelijke omlijning van ieders rechten in de reglementen en voorschriften en zulks speciaal met het oog op de moeilijkste omstandigheden. Hij behandelt achtereenvolgens het achterblijven op marsch en in het gevecht en de middelen, welke de reglementen en voor schriften in eenige buitenlandsche legers en het Nederlandsche aan de meerderen verschaffen om het kwaad tegen te gaan De Fransche en Duitsche reglementen zijn te dien opzichte heel wat beslister dan het Nederlandsche, vooral waar het be treft het optreden der meerderen tegen achterblijvers en dienst weigeraars in het gevecht. Schrijver geeft als zijn meening weer: „Tegenover de angst voor het mogelijk sneuvelen in den strijd en de poging zich daaraan te onttrekken, dient men te 306

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 82