stellen den zekeren dood, door de hand van den meerdere,
indien men in 't gevecht zijn bevelen niet opvolgt".
Deze opvatting is wel in onze reglementen en voorschriften te
vinden, maar niet ieder supérieur is een rechtsgeleerde. Daarom:
duidelijk omschrijven, wat rechten en plichten van meerderen en
minderen in deze zijn. Waar het reglement voor den gemid
delden militair het summum van wijsheid is, zal een voorkomen
de invloed er het gevolg van zijn.
Luit. Bolten waarschuwt in zijn artikel „Het militair rijwiel
en motorrijwiel" er voor, dat er bijtijds maatregelen mceten
worden genomen, anders zal men met den aanmaak en in het
standhouden van het militaire rijwiel vastloopen. Er zijn in
Nederland geen fabrikanten van rijwielen; wel bouwers, die
echter werken met uit het buitenland ingevoerde onderdeelen.
Er moet hier een staatsbedrijf komen, de uitgaven voor de
aanschaffing van machines is de premie voor de meerdere ze
kerheid, dat aan de eischen van het leger in tijden van oorlog
zal worden voldaan. Technische moeilijkheden zullen er zijn,
maar waar een wil is, daar is ook een weg.
Kapt. v d. Akker wijst erop, dat in de polderterreinen bij
brugslag over een ringvaart de overtocht dikwijls buitengewoon
lang duurt, omdat de voertuigen om op en van de brug te komen
een wending van 90° moeten maken Hij verzoekt daarom de pon
tonniers om in dergelijke gevallen, öf de brug scheef over het water
te leggen, of de uiteinden van de brug trechtervormig te maken.
Voldoet ons tuchtschool systeem aan de eischen des tijds,
vraagt Kapt. Rouffaer. Schr. acht den invloed van enkele slechte
individuen op de rest van de comp zeer groot en wil hen
daarom zoo spoedig mogelijk afzonderen in een observatieaf-
deeling, waar dan uitgemaakt moet worden, wat er verder met
hen gebeuren zalafkeuren, naar een tuchtafdeeling of over
plaatsing onder een anderen chef.
Een officier-psycholoog, waaraan toegevoegd een militair
psychiater, moet aan het hoofd van de observatieafdeeling staan.
Kapt. v. Munnekrede geeft antwoord op Kapt. Froger's vraag
in het vorige nummer „Waaraan moet de troepenofficier zich
houden" en toont aan, dat laatstgenoemde niet gelukkig is
geweest in het constateeren van de door hem gemaakte tegen
strijdigheden in reglementen en voorschriften.
Volgen het militair-politiek maandoverzicht, korte mededeelin-
gen, enz.
307