Tot het afslaan van zulk een landing zou de reserve van de Chir.chou-stelling, bestaande uit 3 regt. en 2 batt. offensief optreden; geschiedde de landing ten noorden van de stelling, den zou deze worden bezet. Midden Maart liepen er geruchten, dat een landing bij Kaip'- ing werd beoogd; zelfs ontving men een bericht uit Londen van dezelfde strekking, waarin 21 Maart als de dag waarop de landing zou plaats hebben, werd genoemd. 15 April was Gen. Fock voornemens, in geval een landing Zuid van Chinchou werd verricht, met 12 batons. en ^stuk ken offensief op te treden; een toezegging van hulp, door Gen. Kondratenko gedaan, werd afgewezen, aangezien „de troepen sterk genoeg waren om een landing van 30000 man af te slaan." 23 April gaf Kuropatkin (thans opperbevelhebber) te kennen, dat binnenkort een landing der Japanners aan de kust van de Korea-baai of van de golf van Liaotung was te verwachten en dat de gelande troepen zich zouden wenden, hetzij tegen Port- Arthur, hetzij tegen het veldleger. In het eerste geval zou het leger, na genoegzaam versterkt te zijn, indien de stelling van Chinchou in handen van de Japanners mocht zijn gevallen, onmiddellijk steunen; in het tweede geval moest Stössel zooveel mogelijk Japansche troepen binden, ten einde de operatiën van het veldleger te vergemakkelijken en wel door een detachement van minstens 1 infanteriebrigade, 2 batterijen en eenige J. C's. in de richting van Kaip'ing uit te schuiven. 27 April liepen er geruchten, door Chineezen verspreid, dat een landing bij P'itzuwo aanstaande was. 3 Mei gaf Alexejev, vóór hij Port-Arthur verliet, het bevel om het bereden J. C. 16. O. S. S. R. (14 O. S. S. D.) en 1 batt. van Port-Arthur naar P'itzuwo, één bat. 13. O. S, S. R. naar de Yentowabaai te zenden; beide afdeelingen onder éénhoofdig commando. Van P'ulantien (P. Adams) zou 1 bat. 10. O. S. S. D. naar P'itzuwo vertrekken. Deze troepen hadden tot taak het landen van zwakke afdeelingen te verhinderen, doch voor een sterke macht terug te trekken en den opmarsch naar de spoorbaan te vertragen. De uitvoering van dit bevel zullen wij later behandelen. 314

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 12