De vloot stond reeds van at half April meer en meer materieel
en personeel af voor den dienst aan den wal, hetgeen in ver
band met de verliezen in de verschillende gevechten geleden,
den Stadhouder aanleiding gaf om 5 Mei te gelasten: „in
Anbetracht der bedeutender Schwachung unserer Seestreitkraf-
te aktive Unternehmungen zu unterlassen".
III. Maatregelen der japanners.
6 Maart werd het bevel tot mobilisatie voor de 1ste, 3de,
4de Divisie, 1ste Cav. Brigade, 1ste Art. Brigade en 1 Regt.
H. W. gegeven, welke afdeelingen tot het Ilde Leger samen
gevoegd en onder commando van Gen. Oku werden gesteld.
Den 8sten Maart nam de mobilisatie een aanvang en dank
zij een voorbereiding van 4 weken waren deze troepen den
15en Maart geheel marschvaardig en verzameld in Tokyo,
Nagoya en Osaka.
A. Voorbereidende maatregelen tot de landing.
1. Keuze van de landingsplaats.
Het Ilde Leger had tot taak Port-Arthur te isoleeren en in
samenwerking met het Iste Leger tegen het Russische veldleger
op te treden.
Van den vijand was bekend, dat sterke afdeelingen zich bij
Chinchou en P'ulantien bevonden en bij eerstgenoemde plaats
een stelling werd ingericht; beide plaatsen waren resp.
op 18 en 25 mijlen van de Yentowa-bocht verwijderd. Sterke
Russ. afdeelingen bevonden zich te Tashihch'iao op 100 mijl
afstand.
In verband hiermede moest uit een strategisch oogpunt de
landingsplaats gekozen worden in de strook Liushuchun (Tali-
enwan) Takushan en viel het oog op P'itzuwo, waar de landing
in den Chineeschen oorlog (1894) was verricht en dus nadere
verkenningen overbodig waren. Door de ongunstige gesteldheid
van de kust (zie kustbeschrijving) werd dit echter uit een tech-
nisch-tactisch oogpunt minder gewenscht geacht en werd de
voorkeur gegeven aan een landing bij de Têngshahê-monding,
waar de landingsstrook 1 K. M. breed was.
Een nadeel echter was, dat men hierdoor dichter bij Port-
Arthur kwam en dus het gevaar van een optreden van de Rus
sische vloot grooter werd.
315