C. Overtocht naar de landingsplaats. Bij de bespreking tusschen Adm. Togo en Gen. Oku werd besloten een deel van de vloot tot voorbereiding van de landing vooruit te zenden; daarna zou bet 1ste transport-echelon in eskader en beveiligd door de vloot volgen, terwijl het 2de en 3de transport-echelon zonder geleide zouden varen, tenzij de omstandigheden andere maatregelen noodig zouden maken. Klaar blijkelijk rekende men dus op een goeden uitslag van de poging tot versperring van de haven van Port-Arthur. 3 Mei, in den ochtend, lichtte de voorhoede van de directe dekking der transportvloot het anker en verstoomde naar de Elliot-Eil. (1 slagschip, 4 kruisers en 2 torpedobooten onder Adm Hosaya). Op 2 hulpkruisers werd een marinelandings- divisie vervoerd, sterk 2 afdeelingen a 3 comp., 1 pionierafd., 1 sectie landingsgeschut (2 st.), munitie- en verplegingstrein en geneeskundige sectie; totaal aan strijders 35 off. en 1016 man. Deze afdeeling was te Sasebo gevormd en speciaal geoefend voor de haar wachtende taak. Het eerste transport-echelon stoomde eveneens den 3en Mei (Polmann geeft aan 3 Mei 's avonds aankomst bij de Elliot-Eil.) af onder dekking van 1 slagschip, 7 kruisers, 2 hulpkruisers en 16 torpedobooten; het bestond uit 30 schepen, n.l. 23 transport schepen, waarop zich het grootsle gedeelte van de 1ste en de geheele 3de Div bevond, terwijl 7 schepen voor het vervoer van benoodigdheden voor de ontscheping waren bestemd. Het eskader werd voorafgegaan door 2 kruisers; in den rug werd hetbeveiligddoor 1 kruiser, terwijl de rest de linkerflank beschermde. Het weer was zeer ongunstig en werd van dien aard, dat Adm. Togo, die met de vloot den aanval op Port-Arthur zou ondernemen, bevreesd werd voor het lot van de transportvloot en order gaf het vertrek uit te stellen; ook de onderneming tegen Port-Arthur werd door den storm zeer benadeeld. Volgens enkele bronnen keerde de vloot naar Chinnampho terug, terwijl het Eng. Generale-Stafwerk aangeeft, dat het eerste transport tot den avond van den 4en dekking moest zoeken lij van de Elliot-Eil. Hoe het ook zij, den 4en Mei, toen het weer gunstiger was, vervolgde de vloot, op dezelfde wijze be veiligd als den vorigen dag, haren tocht. 318

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 16