Als indirecte beveiliging fungeerde de hoofdmacht van de
marine, terwijl de versperring van den havenuitgang van Port-
Arthur 3 Mei) het hare tot de veiligheid van de transport-
vloot moest bijdragen (de Japanners achtten de versperring
gelukt). Bovendien was van af het eiland Kwanluntau een touw-
versperring met hangnetten naar Terminalpoint gelegd en werd
deze bewaakt door van zoeklichten voorziene torpedobooten.
IV. De landing.
A. Handelingen der Japanners van 4 tot en met 7 Mei.
4 Mei, 6 40 n. kwam de transportvloot vóór de kust; zij
ankerde met een klein deel voor P'itzuwo en met de rest Zuid
van de Têngshahê (volgens Breit een groot deel voor Tafan-
schatun (Tangchiachun) en het gros bij Yentowa). Beveiligd
door oorlogsschepen, wachtte men het aanbreken van den dag af.
Het gros van de oorlogsvloot bevond zich Z. W. van Blonde-
eil. en bij de basis, terwijl voor Port-Arthur eenige torpedojagers
kruisten.
5 Mei, 5.30 v., werd de landingsdivisie Zuid van de Têngshahê-
monding ontscheept, hetgeen geschiedde onder dekking van
9 oorlogsschepen, welke de kust eenigen tijd onder vuur hiel
den, ofschoon men hier en daar slechts eenige patrouilles
zag- De sloepen liepen op 1 K. M. van het strand vast; de
manschappen sprongen te water en na aan het strand de comp.
geformeerd te hebben, werd 7. 20 vm. de Tashan en de hoogte
0. ervan bezet. De genie begon onmiddellijk met den bouw
van landhoofden (5), spoedig hierin gesteund door burgertim
merlieden, die uit Japan waren medegevoerd.
8-9 v.m. landde de 2de afdeeling landingsdivisie; het geschut
was uit elkaar genomen.
Intusschen bevonden zich 2 bat0118 van de 3de divisie reeds
in de marinesloepen en toen het sein werd gegeven, dat de
landingsdivisie de haar aangewezen plaatsen had ingenomen
(Polmann geeft aan 11 v. m.), werden de booten naar het strand
geroeid.
De Marine nam intusschen de kust noord en zuid van de
riviermonding tot aan P'itzuwo onder vuur; aangezien zuid
van de rivier niets van den vijand werd bemerkt, werd het
vuur daar spoedig gestaakt, terwijl dit ook in het noorden
319