geheel of gedeeltelijk door mij zijn onderstreept, voornamelijk
omdat van hetgeen daaraan vastzit de buitenwereld zoo weinig
bemerkt de aandacht wordt geschonken, welke zij uitdrukkelijk
eischen, blijft er dan nog tijd over voor de behandeling van detail
zaken? Omtrent het antwoord behoeft m.i geen twijfel te bestaan.
Of specialisatie en decentralisatie bij onze intendance, behalve
gewenscht, ook mogelijk zijn, ware m. i. het best na te gaan
aan de hand van een organisatie van dien dienst, die ik me,
zeer in het kort weergegeven, als volgt heb voorgesteld.
Alle aanschaffingen van materieel, met uitzondering van die
goederen, welke ter aanvulling van een gedeelte van den voor
raad in de garnizoenskleedingmagazijnen, als regel plaatselijk
worden aangekocht, geschieden door een hoofdofficier der in
tendance, onder wiens rechtstreeksche leiding een drietal centrale
of hoofdmagazijnen worden gesteld. Onder aanschaffingen zou
den mede zijn te begrijpen de bestellingen bij de lands productie
inrichtingen alsook de aanvragen uit Nederland (de eischen).
De hoofdintendant, die, zooals vanzelf spreekt, ten allen tijde
verantwoordelijk blijft, voor den goeden gang van zaken bij
den dienst, heeft met een en ander alleen rechtstreeksche
bemoeienis, voor zoover daarbij de medewerking, machtiging
of goedkeuring van het departementshoofd vereischt wordt,
welke door zijn tusschenkomst zou moeten worden gevraagd.
Voor het overige bepale hij zich bijzondere noodzaak tot ingrij
pen uitgesloten tot een algemeen toezicht- De z.g. eischen en
de aanvragen tot regularisatie gaan door zijn tusschenkomst.
Ook de restantstaten van de hoofdmagazijnen worden hem
periodiek aangeboden. De uitrustingsstaten der hoofdmagazij^
nen, opgemaakt door den leider, en die der overige bewaar
plaatsen, ontworpen door de gewestelijk intendanten, blijven
de goedkeuring van den hoofdintendant vereischen. Eveneens
blijven aan zijn beslissing onderworpen de voorstellen tot af
schrijving van materiëel. Op de aanvragen tot aanvulling van
de verschillende bewaarplaatsen wordt daarentegen door den
leider der hoofdmagazijnen beschikt.
Zooals reeds werd besproken in het eerste gedeelte van mijn artikel,
zou het materiëel der militaire hospitalen naar den Gen. Dienst behooren
over te gaan.
332