Waar, door de hiervoren aangegeven reorganisatie van den
dienst der aanschaffingen en der magazijnen, waaronder de
keuringen, de arbeid op de gewestelijke kantoren zou worden
verlicht, is indeeling van een tweeden kapitein —zie de bestaande
indeeling voor de 1ste, 2de en 4de militaire afdeelingen op
Java overbodig. In stede van die kapiteins waren onderluitenants
te nemen.
De formatie der gewestelijke intendances op de Buitenbezittin
gen behoeft geen verandering te ondergaan. Intusschen wordt
er de aandacht op gevestigd, dat, indien de intendance de
beschikking had over voldoende aspirant-intendanten (ex-leer-
lingen van den intendancecursus), het ten zeerste aanbeveling zou
verdienen eenigen hunner aan te wijzen als fungeerend inten
dant in die gewesten buiten Java, waar thans de intendance
aan kwartiermeesters, soms luitenants, is toevertrouwd. Het
spreekt wel vanzelf, dat de beoordeeling van het geopperde
denkbeeld in de eerste plaats afhangt van de appreciatie, welke
men heeft voor de taak der intendance met betrekking tot een
grondige kennis van Indië. Zou kunnen worden aangetoond,
dat de kennis van de Buitenbezittingen en hunne hulpbronnen,
in weerwil van den sterken, algeheelen vooruitgang van Indië,
voor de intendance van weinig of geen nut is, dan vervalt
voor meerbedoeld denkbeeld wel het voornaamste motief. Wat
daarvan ook zij, voor het oogenblik is elke toepassing uit
gesloten we hebben niet alleen geen aspirant-intendanten, maar
komen zelfs drie intendanten te kort.
De personeelsindeeiing op de Buitenbezittingen ongewijzigd
blijvende zou volgens de hiervoren ontwikkelde beginselen,
de formatie voor Java de volgende zijn:
336