gevolge van het niet in behandeling komen der ontwerp-begrooting
gedwongen te werken op die van het vorige dienstjaar (1916
1917). Verwacht kon echter worden, dat het ministerie den
tijd voor het houden der algemeene verkiezingen zou benutten
tot het opmaken eener nieuwe begrooting en deze in eene
buitengewone zitting van den rijksdag zoude indienen
Den 20sten April hadden de algemeene verkiezingen plaats,
welke eene besliste overwinning brachten voor Maarschalk
Graaf Terauchi. Wel bleef deze voorgeven, dat zijn ministerie
op geen enkele steunde, maar de pogingen tot toenadering,
welke hij aanwendde bij de Seiyukai, bewezen, dat hij wel
inzag niet zonder steun eener meerderheid in de kamer te
kunnen regeeren. De verkiezingen hadden tot uitslag, dat de
regeeringspartijen of wat men daartoe kan rekenen over 213,
de oppositie over 168 stemmen in de kamer van afgevaardig
den beschikte.
Dat de uitslag der verkiezingen een bewijs was van de
verminderde populariteit van den bejaarden staatsman Markies
Okuma en de door hem voorgestane beginselen, kan moeilijk
gezegd worden; evenmin, dat het ministerie zich in den ver
kiezingsstrijd geheel onzijdig hield. Een aantal provinciale
gouverneurs, indertijd door Markies Okuma aangesteld, wer
den vervangen door functionarissen met sterk bureaucratische
neigingen, het kabinet toegedaan; verscheidene samenkomsten
hadden te Tokyo plaats van provinciale gouverneurs en hoofden
van politie, die de noodige instructiën omtrent het „leiden
der verkiezingen" ontvingen van den minister-president en de
ministers van justitie en binnenlandsche zaken, terwijl aan den
verkiezingsveldtocht van de Kenseikai-leiders allerlei bezwaren
in den weg werden gelegd,
Den 21 sten Juni werd de rijksdag in buitengewone zitting
samengeroepen, hoofdzakelijk ter behandeling der suppletoire
begrooting, welke de regeering de gelegenheid zoude ver
schaffen hare plannen tot reorganisatie van enkele onderdeelen
van het leger en uitbreiding van de vloot uit te voeren. Tegen
stand ondervond het ministerie in deze zitting van den rijksdag
weinig en zoo werd de begroot ng zonder wijzigingen aan
genomen. De hierop aangevraagde gelden voor het ministerie
340