zoodanig niet strafbaar was. Hadden de burgerlijke wetten strafbepalingen gekend tegen wangedrag van oud-militairen jegens hun vroegere chefs, art. 4 C. W. ware niet geschreven geweest. Bovengenoemde beslissing van den hoogsten militairen rechter houdt voor den Plaatselijk (Militairen) Commandant het voorschrift in, om, zoodra hij bemerkt, dat een militair, tot zijn garnizoen behoorend, vroeger als burger een strafbaar feit pleegde, dezen militair ter beschikking te stellen van de civiele autoriteit. In de practijk komt dit hierop neer, dat de stukken, waarin men duidelijk doet blijken, dat het feit door een burger gepleegd werd, toezendt aan den met vervolging van dat feit belasten ambtenaar, officier van Justitie of assistent-resident, al naar gelang beklaagde Europeaan o. d. g. g dan wel Inlander o. d. g. g. is Maar, ik verwijs hier naar de in de laatste overweging door mij gecursiveerde woorden, in het omgekeerde geval, blijkt, dat een burger een stiafbaar feit heeft gepleegd, toen hij nog militair was, dan moet die burger voor den Krijgsraad terechtstaan. Dit nu lijkt eenvoudiger dan het is. Wordt zulk een feit ontdekt door de politie, of in't algemeen, de burgeroverheid, dan zullen op een gegeven oogenblik de stukken in handen gesteld worden van den PI. Mil. Ct. (m. i. van dat garnizoen, waar beklaagde diende, toen hij 't feit pleegde), „ter fine van ambts- en plichtsbetrachting". En nu komt de moeilijkheid De oud-militair, thans burger, wil b. v. niet voor de commissie komen en hij zal toch in de meeste gevallen moeten worden verhoord, zelfs vóór de ver wijzing naar den Krijgsraad plaats heeft. Vervolgens het „gerechtelijk onderzoek" en de zitting van den krijgsraad, die niet bij verstek kan veroordeelen In Holland treden zulke moeilijkheden niet zoo op den voor grond. Er is daar een ander soort samenwerking tusschen burger lijke en militaire autoriteiten. Bovendien kent men daar een verstek-procedure in de militaire rechtspleging. Is beklaagde onwillig te verschijnen, welnu, hij blijve weg. 363

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 63