den in de katoenspinnerijen. Te oordeelen naar de berichten,
welke van tijd tot tijd in de pers verschijnen, moet de behan
deling door de werkgevers zeer veel te wenschen overlaten,
hetwelk geen verwondering behoeft te wekken, waar toch in
Japan de toestanden der arbeiders in de fabrieksnijverheid
hoogst bedroevend zijn.
Dat de toestanden in het schiereiland nog niet geheel rus
tig zijn en er nog steeds ontevreden elementen worden gevon
den, blijkt uit de toespraak, welke de gouverneur-generaal,
Maarschalk Graaf Hanegawa, in Januari hield voorde vergade
ring der provinciale politiehoofden. Z.E. verklaarde daarin, dat
Korea nog niet geheel gezuiverd was van „reactionaire" personen,
vol vooroordeel, wie het er om te doen is verontrustende geruch
ten rond te strooien en dat somtijds Koreanen, die een moderne
opvoeding hadden genoten, ja zelfs onderwijzers, onbezonnen
en dwaze handelingen waagden. Gevallen van gewapenden roof,
moord en andere misdaden waren niet zeldzaam.
In de maand Mei slaagde Prins Yi Kun voor het eind
examen der cadettenschool en werd hij als „officier op proef"
ingedeeld bij een der infanterie regimenten der garde divisie.
Na den gewonen proeftijd werd hij den 25sten December tot
tweede-luitenant benoemd.
Den lsten Augustus werd een koloniaal bureau opgericht
rechtstreeks staande onder den minister-president. Dit bureau
behandelt de Zaken van Formosa, Korea, Saghalien en Mant-
sjoerije. Tegelijk met de oprichting van dit bureau werden
de Koreaansche spoorwegen, welke tot nu toe onder het recht-
streeksche beheer stonden van het Koreaansche gouvernement,
gesteld onder het beheer van den Zuid-Mantsjoerijschen spoor
weg, waardoor eene eenheid is verkregen in de administratie
van alle Japansche spoorwegen op het vasteland van Azië. Tevens
wordt het ambt van gouverneur-generaal van Kwantung en di
recteur-generaal van den Zuid-Mantsjoerijschen spoorweg aan
een en dezelfde persoon opgedragen.
c. De op Duitschland veroverae bezittingen.
Op den lsten October stelde Japan het burgerlijk bestuur
in in het op Duitschland veroverde pachtgebied Kiaochou,
d.w.z. het vormde een „civiel administratief bureau" als
afzonderlijk orgaan in het militair bestuur. Het bureau is
verdeeld in twee secties, waarvan het eene het beheer kreeg
over den Shantungspoorweg, de mijnen en werven, de andere
het beheer over de gemeenschapsmiddelen (met uitzondering van
den spoorweg) en het electrische bedrijf. Tevens werd een
(1) Een zoon van den vroegeren Keizer van Korea.
367