Artilleristisch Tijdschrift No. t. Het Januarinummer van het jonge „Artilleristisch Tijdschrift" begint met -een bericht van de Redactie, dat, dank zij de groote belangstelling, waarin het tijdschrift zich gedurende het eerste halfjaar van zijn bestaan mocht verheugen, voortaan elke maand eene aflevering van gemiddeld drie vel druks verschij nen zal. De Redactie zij gelukgewenscht met haar aanvankelijk succes, het beste bewijs, dat haar periodiek in eene bepaalde behoefte voorziet. Van actueel belang is het eerste artikel over „Pacifistische Propaganda" van de hand van Gen. Staal, oud-Minister van oorlog en Lid der Eerste-Kamer van de Staten-Generaal. Schr. betoogt, hoe weinig waarborgen de menschelijke natuur geeft, dat deze oorlog werkelijk de laatste zal zijn, en zeer terecht wijst hij op de bedenkelijke gevolgen, welke vredespropaganda voor ons volksbestaan hebben kan. Immers, de tegenzin in den militairen dienst, het gebrek aan offervaardigheid voor de hand having van onze onafhankelijkheid, het gebrek aan vertrouwen op eigen kracht, verschijnselen, welke zich ten onzent maar al te veelvuldig voordoen, zullen zich achter het idealistische scherm der vredespropaganda verschuilen om hun verderfelijken invloed op onze volkskracht te vergrooten. Ten slotte wijst Gen. Staal er op, dat de vredespropaganda zoowel de princi- piëele als de niet-principiëele dienstweigeraars in hun verzet aanmoedigt. Het is dan ook te hopen, dat de Regeering met de noodige kracht tegen dit kwaad zal optreden. Het voorbeeld van Engeland, de bakermat der persoonlijke vrijheid, waar het Lagerhuis een amendement aangenomen heeft, waarbij van het stemrecht worden uitgesloten de mannen, die wegens gemoeds bezwaren van den militairen dienst zijn vrijgesteld, die door een krijgsraad zijn gevonnist wegens het weigeren van gehoor zaamheid. is van groote beteekenis. Inderdaad stellen zich de dienstweigeraars reeds door hunne weigering uit eigen bewe ging buiten de staatsgemeenschap. De eerbied, welke eene eerlijke overtuiging toekomt, doet hieraan niets af. De volgende artikelen zijn van meer artilleristischen aard, wan neer men tenminste ook den pontonniersdienst daartoe rekent. Luit.-Kolonel Logger behandelt de verhouding, waarin de sterkte der artillerie tot die der infanterie moet staan. Hij vraagt zich daarbij af, hoeveel artillerie noodig is om op eene bepaal de terreinstrook een krachtig roffel-, sper- of gordijnvuur af te geven. Bij de beantwoording van die vraag neemt hij als 372

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 72