rampspoed geboren", uitgegeven door de Vereeniging „Onze Vloot". Juist voor diegenen, die bekrompen en flauwhartig oenoeg zijn, om „onverschillig en berustend te spreken over e mogelijkheid en de waarschijnlijkheid dat Indië voor Nederland erioren zal gaan" (blz 8), is eene zakelijke en pakkende behandeling van deze ..aak oioodnoodig; de beschouwingen op blz 15 en 16 hadden dan aanmerkelijk aan waarde gewonnen. De brochure geeft ove igens aanleiding toteenige opmerkingen, welke hieronder volgen. Terech' wijst Schr. er op, dat men de koloniale politiek van vroeg r dagen moet beoordeelen naar de destijds algemeen gehuldigde opvattingen en niet naar de beginselen, welke eerst in de nieuwere tijden op den voorgrond zijn gekomen. Vele schrijvers over Indische aangelegenheden van den tegenwoor- digen tijd schijnen er een bijzonder genoegen in te scheppen het tegenovergestelde te doen, waarmede zij bij de groote massa een goedkoop succes behalen waren zij in een vroeger tijdperk geboren, dan had hun thans vernietigend oordeel zeer zeker heel anders geluid. Als propagandamiddel voor de thans gevolgde ethische richting had indertijd dergelijke eenzijdig heid practische waarde, doch tegenwoordig dient men zich bij de beoordeeling van de daden van vroegere regeeringen op een ruimer standpunt te stellen. Dat het exploiteeren van bezittingen en koloniën ten voordeele van het moederland vroeger algemeen was en niet alleen bij ons voorkwam, leert de geschiedenis de vorming van de tegenwoordige Vereenigde Staten van Amerika was er een rechtstreeksch gevolg van en de Engelsche „Honourable East-India Company" was evenmin kieschkeurig in hare handelspolitiek als onze V. O. C.men leze er b. v. Macaulay's Warren Hastings maar eens op na. Ook zou eene nauwgezette bestudeering van de toestanden op Formosa en in Korea aantoonen, dat zelfs nu de ethische richting nog niet overal ingeslagen is. In hoofdstuk II geeft Schr. een over het geheel genomen juist beeld van den internationalen toestand in Oost-Azië. Echter had hij scherper moeten laten uitkomen, dat als recht streeksch gevolg van den grooten oorlog en van de uitputting der Europeesche mogendheden na afloop daarvan de invloed van laatstgenoemde in het Verre Oosten aanzienlijk vermindert en die van Japan in daarmede overeenkomstige mate stijgt, zoodat het werkelijk niet overdreven is, reeds thans van eene (ïj Het komt ons voor, dat Schr. Australië zeer overschat. Het land is dun bevolkt (nog geen vijf millioen zielen) en heeft reeds groote per- soneele en geldelijke offers in den oorlog gebracht. Het zal zich dus in het besef van zijne zwakte wel geen van het moederland onafhankelijke rol in den Stillen Oceaan gaan veroorloven. 376

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 76