ook in dit opzicht een betere toekomst tegemoet gaat", en op blz. 91 concludeert Schr., „dat het vraagstuk der militaire weer- baarmaking thans met ernst wordt aangepakt. Wij hopen van harte, dat Schr. in deze uitingen niet te optimistisch zal blijken. Moge Indië spoedig paraat zijn! W. H. C. Holle. De verdediging van Nederlandsch-Indië (Straat Soenda als bruggenhoofd-reduit- vlootbasis). Weltevreden. N. 1. Uitgevers Mij- Papyrus. Even nadat wij het werkje van den Heer Kroon ontvangen hadden, mochten wij eene nieuwe bijdrage tot de oplossing van het vraagstuk van lndië's verdediging ontvangen en wel van de hand van Majoor Holle, welbekend o.a. uit zijne lezing over dat onderwerp in de Indische Krijgskundige Vereeniging Het boekje bevat dan ook eene nadere toelichting van de denkbeelden, welke Schr. destijds verkondigd heeft. Dat zijne voorstellen zeer kostbaar zijn, pleit er allerminst tegen; eene verdediging op een koopje voert alleen tot geldverspilling, want zij heeft uitgaven ten gevolge, welke in de werkelijkheid hare rente niet zullen opbrengen; kan of wil men de noodige fondsen niet beschikbaar stellen, dan is het beter geheel en al tot ontwapening over te gaan. Het komt er in de eerste plaats op aan, of het aanbevolen stelsel deugdelijk zij de kosten zijn natuurlijk van groot belang, maar de beoordeeling van deze aangelegenheid late men over aan de organen, welke geroepen zijn om te beslissen, of, in verband met den stand der geldmiddelen en de aanvragen voor andere behoeften en nooden, het verlangde bedrag toegestaan, verminderd of over eenige jaren verdeeld moet worden. Het gaat niet aan, om over ernstig gemeende voorstellen betreffende de levensbelangen van den Staat zoo maar het doodvonnis uit te spreken door min of meer smalend uit te roepen: „Zooveel geld krijgen we toch niet!" De hoofdzaak is, of de noodzakelijkheid van het voor gestelde overtuigend bewezen en de kostenberekening nauwkeurig en volledig geschied is. Daar het ons aan gegevens ontbreekt om na te gaan. of het laatste in het onderhavige geval heeft plaatsgehad, zullen wij deze zaak verder geheel buiten bespre king laten. Zie Orgaan der I. K. V., Nos. 48 en 49, ook No 52, 379

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 79