groote voordeel van meer inleven van de krijgstucht verbon den" is, niet moedwillig achterwege laten en in geen geval, omdat „die inleving slechts gedurende 8 maanden plaats heeft". Juist bij een korten eerste-oefeningstijd mag men geen enkele middel verzuimen om het einddoel der opleiding zoo dicht mogelijk te benaderen. Schr. had beter gedaan met eenige middelen op te noemen, waardoor de door hem gelaakte kazernetoestanden verbeterd kunnen worden, maar indien zij goed genoeg zijn voor den vrijwillig dienenden, dan zijn zij het ook voor de dienstplichtigen. Maar „de ontwrichting van een goed deel van het economisch leven in de kolonie", als gevolg van de kazerneering? Het zijn de ook door Schr. verlangde intensieve oefeningen, welke beletten, dat de miliciens in hun diensttijd op hun kantoor blijven werken. En dan, welke rol spelen nu jongens van 18 jaar, den leeftijd, waarop zij in 's Schr. stelsel dienstplichtig worden, in onze maatschappij? In het overgangstijdperk is het natuurlijk wat anders, doch dat behoeft niet lang te duren en dan kun nen zonder overwegende bezwaren ee.iige concessies gedaan worden. En dan de studie. Maar wordt die niet even goed onder broken door de oefeningen? Wanneer er werkelijk intensief geoefend wordt en de korte oefeningstijd (8 maanden) maakt zulks gebiedend noodzakelijk dan zullen de miliciens 's avonds wel niet tot studeeren komen; het al of niet in de kazerne verblijven heeft hiermede niets te maken. Ook willen wij hier even opmerken, dat men in alle landen, waar dienstplicht bestaat, ondervonden heeft, dat de studietijd van vele dienstplichti gen door het onder de wapens komen onderbroken wordt, doch men is in al die landen over dat bezwaar heengestapt, waarbij men in bepaalde gevallen uitstel verleent. Bezwaren als dit en de voorgaande hadden wij niet van een overtuig den kampioen voor de goede zaak verwacht. Ten slotte nog iets over het ouderlijk toezicht, waaraan acht tienjarige jongelieden door verblijf in de kazerne onttrokken worden. Wil Schr. hiermede zeggen, dat die jongelieden in de kazerne dingen zullen leeren of hooren, die zij anders, dank zij het ouderlijke toezicht, niet zouden geleerd of gehoord hebben? De jongelingschap wordt in dit land vroeg wijsin de kazerne zullen zij van deze „dingen" niets nieuws hooren. Schr. blijkt een open oog te hebben voor de behoeften dei- tegenwoordige oorlogvoering door aan te dringen op groote uitbreiding van het aantal mitrailleurs. Hij stelt voor 2 geweer mitrailleurs als integreerend deel eener sectie, d. i.3 compagnie, infanterie op grond van dezelfde overwegingen, als hij reeds 383

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 83