1 SI ^annulling, ïrerfeinijze en organisatie uan de Intendance, (Slot.) Het eerste gedeelte van mijn artikel eindigde met de aan kondiging van het voornemen om aan te toonen, dat ook bij de Indische intendance specialisatie en decentralisatie gewenscht en mogelijk zijn. De wenschelijkheid van specialisatie ligt voor de hand. In de eerste plaats dient, zooals door mij reeds uitvoerig is be toogd, het zuiver administratieve werk voor zooveel mogelijk van den eigenlijken intendance-arbeid te worden onderscheiden Hoe belangrijk en onmisbaar zelfs, zoowel voor het verkrijgen van een overzicht en van een basis voor te nemen maatregelen, als voor een behoorlijke controle, de administratie bij de in tendance ook is, behoort zij zoo min mogelijk door de inten danten zelf te worden uitgevoerd. De resultaten van die administratie moeten hun ten dienste staan, doch de daarvoor te verrichten arbeid dient te worden opgedragen aan daartoe alleszins bekwaam en betrouwbaar ander personeel. Ik ga geenszins mee met de wel eens gehoorde onvoorwaardelijke leuze: .Weg met de papperassenl", doch wensch alleen den intendant niet daaronder te begraven. Hem worden slechts de uitkomsten voorgelegd, opdat hij daarop v. z. n. zijn maat regelen kunne baseeren. Doch ook de intendace-arbeid zelf is zoo veelomvattend, dat ook daarin specialisatie gewenscht is. Daarmee bedoel ik niet, dat men intendanten-specialisten moet gaan vormen als speciale keurders, handelsintendanten, controleurs, troepenver plegers en wat al niet meer. De intendant zal in de eerste plaats zijn algemeen karakter als uitoefenaar van den militairen verplegingsdienst moeten behouden. Dit neemt echter niet weg, dat bij een specialisatie van de onderdeelen van dien dienst, 328

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 26