17aii FlIIes Wal. Uit den grooten oorlog. (Ilunitieuerbruik. Antwoordende op het beroep, dat op hem gedaan was door de „Ligue Frangaise", schrijft het „Office Frangaise heeft de heer Milierand, gewezen minister van oorlog, onlangs te Grenoble een voordracht gehouden, waarin hij, na herinnerd te hebben aan den Duitschen inval en de overwinning aan de Marne, de „eeuwige glorie van generaal Jotfre", sprak over de Fransche industrie, ,.aan welke men", zooals hij verzekerde, nooit genoeg hulde kan brengen." Hij zeide: „De slag aan de Marne had onze caissons geledigd. Den 17en September werd den minister van oorlog, nauwelijks drie weken aan de regeering, gemeld, dat de munitie dreigde te ontbreken voor onze kanonnen en dat men de productie er van zonder uitstel van 13,500 op 100,000 per dag moest brengen, met granaten voor de 75 m.M. kanonnen te beginnen. Drie dagen later, den 20en September, riep de minister te Bordeaux de vertegenwoordigers der industrie bijeen, vereenigde ze tot groepen, die tot een bepaalde streek behoorden, en plaatste aan het hoofd daarvan een verantwoordelijke instelling of persoon. Ondanks de moeilijkheden, die men zich onmogelijk kan voorstellen, als men ze niet mede gemaakt heeft, met inrichtingen, waar personeel zoowel als materiëel ontbrak en waarvan het personeel voor het meerendeel onervaren was in den ingewikkelden en fijnen arbeid, dien men er van eischte, steeg de fabricatie der granaten van 75 m.M. van 147 000 het getal in Augustus 1914, tot 1 870.003, gedurende Januari 1915 en toen tot 3 396.000 gedurende Juni 1915." De spreker herinnerde eveneens aan de resultaten verkregen met de fabricage van de zware artillerie, "die even voldoende was als die van 75 m.M., dank zij de bedrijvigheid der Fransche industrie. Java Rode van 9 April 191$,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 65