vroeger gedaan heeft Velen zullen zich met zijne voorkeur voor
de z.g. Madsengeweren niet kunnen vereenigen, maar in elk geval
is eene zeer groote hoeveelheid mitrailleurs, veel en veel meer
dan wij thans hebben, een eisch der tegenwoordige oorlogvoering.
Een ander voorstel, n.l. het organiek indeelen van waarne
mingsvliegtuigen bij de artillerie, heeft eveneens onze sympathie.
Daarentegen achten wij het verkeerd de artilleriekracht van
het veldleger te vergrooten ten koste der kustartillerie (kan.
van 15 cM. en houw. van 30,5 c.M.) van de. verdediging van
Str. Soer.da en wel met die van den Javawal, wanneer de
landing op Java, of met die van den Sumatrawal, wanneer de
landing op Sumatra plaats vindt Zou het verstandig zijn de
maritieme verdediging van het centraal reduit, dat Schr. immers
aan Str. Soenda vestigen wil, te desorganiseeren? Wij laten
nog daar, wat er van dat monteeren op spoorwegwagens te
recht zal komen. Dat Schr. op dit gebied voor geen kleintje
vervaard is, blijkt ook uit zijn voorstel op blz. 41 om ergens
achter eene bergstelling eene tandradbaan aan te leggen, „die
tevens een uitmuntende artilierieopstelling zou aanbieden voor
het spoorbaangeschut." Maar de techniek vermag veel.
Dat middelbaar geschut (bij de kustartillerie) van 15 cM. tot taak
hebben kan het zware geschut tegen aanvallen van torpedobooten
te beschermen, is ons niet duidelijk; wat heeft dat in kustbatterijen
opgestelde zware geschut te vreezen van torpedobooten?
Op nautisch gebied schijnt Schr. niet overtuigd door hetgeen
van marinezijde indertijd in de I K. V. tegen hem aangevoerd
werd Wij zullen 's Schr beschouwingen op dit gebied
niet volgen, evenmin die op economisch en metallurgisch ge
bied, waarop Schr. zich even gemakkelijk beweegt als op
zuiver militair gebied. "Wij laten eene bespreking van deze
beschouwingen gaarne over aan meer bevoegden dan wijhet
was alleen ons doel om den lezers van dit tijdschrift een
denkbeeld te geven van den inhoud van de brochure van
Majoor Holle, door er eenige grepen uit te doen.
Of de beide boekjes van de Heeren Holle en Kroon veel
zullen uitwerken? Wij weten het niet. Wel zit de- Regeering
niet stil, doch dat, zelfs in deze tijden, waarin de internatio
nale positie van ons Vaderland alles behalve aangenaam is en
nog geen blijvende teekenen van beterschap vertoont, er bijv. in de
pers, althans hier te lande, geen krachtige stemmen opgaan om ons
tenminste in de toekomst beter bestand te maken tegen duwen en
drukken van mogelijke latere belligerenten, is niet bemoedigend.
P.
(1) Zie Orgaan der I. K. V., No. 52.
(2) Zie Orgaan der h K. V. No. 49,
384