der niet bewoonde streken uit berghellingen en oerbosch
bestaat. Voor oefeningen in het tactische gebruik moeten de
ze oefeningen dus afgeschaft worden. De batterijen en afdee-
lingen kunnen dit veel beter beoefenen in het garnizoen dan
wel op meerdaagsche oefeningen. Voor het eigenlijke vuren
in afwisselend terrein met ééne batterij kunnen deze oefening
gen blijven bestaan
Wel zijn nog afzonderlijke oefeningen noodig voor het optreden
der artillerie in grooter verband dan de afdeeling, omdat dit
alleen bij de groote manoeuvres in practijk wordt gebracht
en te voren niet kan worden beoefend, omdat in geen enkele
militaire afdeeling meer dan ééne afdeeling artillerie is ge
legerd.
In 1917 zijn deze oefeningen voor het eerst gehouden en wel
door een toeval, omdat de S. i. a. t. niet kon doorgaan. Het
was slechts de bedoeling deze oefeningen te laten dienen voor
het beoefenen van het optreden en de bevelstechniek in hooger
verband dan de afdeeling. Gedurende de oefeningen is echter
gebleken, dat zij tevens groot nut zouden kunnen afwerpen
voor het volgende:
1. Het oefenen van de a.s. bevelhebbers der grootere ver
banden in het gebruik hunner artillerie,
2. Het oefenen van de a.s. brigadecommandanten in het
gebruik van de hun in hooger verband toegevoegde artillerie.
3. Het demonstreeren van de werkwijze der artillerie (zoowel
die in de hoogere als die in de lagere commandovoering) aan
een groot aantal hoofdofficieren (c. q. opperofficieren).
Het is te hopen, dat deze oefeningen met dit vierledig doel
voortaan in de vaste jaarlijksche oefeningen van ons leger worden
opgenomen, dus geheel afgescheiden van het al of niet doorgaan
of blijven bestaan der S. i, a. t. der bereden artillerie.
0). Zie ook een artikel hierover van Kapitein v. d. Poll, I. M. T. Mei
1917. De ons aldaar met veel „verve" beschreven verbeterde S. i. a. t.
zullen m. i. nog veel meer kans loopen te mislukken, omdat: le. ze nog
veel meer ontruimingen zouden eischen en veel moeilijker veiligheids
maatregelen, dus nog een verwrongen tactiek te zien zouden geven; 2e,
ze als schietoefening geen waarde zouden hebben, daar de vuren slechts
door enkele schoten gemarkeerd zouden werden.
397