Conclusies: a de vuursoort dient te zijn puntvuur met sléde-
klem vast; b het aantal patronen van de vuurlaag dient in ieder
geval afzonderlijk door den technischen vuurleider (zie R. M.
li, pt. 36) bepaald te worden; c het mikpunt is daarbij een
markant inschietpunt, zooveel mogelijk in de onmiddellijke na
bijheid van het doel, hetzij er voor, er achter of er naast.
De beoefening van het inschieten in de schoolschietoefeningen
kan dus geheel samengaan met de beoefening van het puntvuur,
zooals dit reeds thans in S. V. M. geschiedt.
II. ENKELVUUR.
In S. V. M., pt. 33 a, en R. M. I pt. 19 slotalinea, vermeld,
blijkt nergens, waartoe deze vuürsoort eigenlijk dient. Het nut
wordt dan ook dezerzijds sterk betwijfeld.
De „Gegevens" deelen mede, dat dit vuur „wordt toegepast,
indien men op enkele personen wil vuren, die te ver af zijn
om van karabijnvuur goede uitkomsten te verwachten, terwijl
men de aanwezigheid van mitrailleurs nog niet wil verraden".
Het lijkt mij toch meer rationeel in zulk een geval van een
goed infanterieschutter gebruik te maken, om het doel onder
vuur te nemen. Opgelegd vurend is zijn schot toch even zeker
als van den gemiddelden mitrailleurschutter, het effect dus
gelijk. En waar heden mitrailleurs zonder infanterie in hunne
onmiddellijke nabijheid te vinden. Bovendien wordt de aandacht
bij de mitrailleurs niet afgeleid van voornamere doelen, die nu
elk oogenblik kunnen verschijnen.
Wil men evenwel de vuursoort behouden voor het enkele
geval, dat men verkennende staven onder vuur zal kunnen
nemen en wil nemen, zonder de aanwezigheid van mitrailleurs
te verraden, welaan, dan dient zij ook een plaatsje, hoe klein
dan ook, voor zich ingeruimd te vinden in de schoolschiet
oefeningen.
Wordt een vuursoort ingevoerd, dan dient zij in vredestijd
ook met scherp beoefend te worden.
En ze kan zeer economisch geplaatst worden als 1ste, zelfs nog
als 2de oefening. Het richten wordt dan juist beoordeeld en nauw
keuriger dan bij de puntvuuroefeningen. waarbij de man tijdens
het vuur den mitrailleur nog altijd uit de richting kan trekken.
407