m sledeklem grondig genoeg behandelen, zwijgen over het, bij uitwerkingsvuur, veel vaker voorkomende puntvuur met lossen sledeklem Deze leemte dient in het te verwachten schietvoorschrift aan gevuld te zijn. IV. BREEDS TROOI EN. Hier wordt met vastgestelden hoogteklem over de doelbreedte gestrooid, welk strooien door middel van de strooipinnen begrensd kan worden. De „Wijzigingen" stellen definitief de strooipinnen; R. M. I., pt. 20, zwijgt er over; S. V. M., pt. 34, ad le, zegt, dat door het plaatsen der pinnen meerdere juistheid in het strooien wordt verkregenten slotte vermelden de „Gegevens"„Voorts vereischt het de aandacht, dat bij breedstrooien op zich zijwaarts verplaatsende doelen geen strooipinnen moeten worden gesteld, tenzij veiligheid van eigen troepen zulks vereischt' Eenige eenheid, volgens dit laatste beginsel, is dus wel ge- wenscht. In dergelijke opzichten kunnen en moeten de voor schriften nauwkeurig overeenkomen. Terwijl R. M. I en „Wijzigingen" hierop verder niet ingaan, geeft S. V. M., pt. 34, twee wijzen van breedstrooien: 1. met de handen aan de handvaiten, beneden 500 M. entegen zeer breede duelen, zooals chargee.ende cavalerie en stormende infanterie, 2. door draaien van het breedtestelrad. Aangaande de strooiwijze, ad 1 genoemd, zij vermeld, dat de „Gegevens" spreken van zeer korten afstand en betrekke lijk breede doelen. Gecombineerd zijn de artikelen voldoende duidelijk in hunne bedoeling Voor een schietvoorschrift (ook R. M. II moet deze bepalingen bevatten onder de vuurleiding) acht ik de redactie juister als volgt: „Deze wijze van strooien wordt alleen gebezigd tegen doe len op zoodanige afstanden, dat de snelheid van strooien minder ter zake doet; zooals chargeerende cavalerie of stormende infanterie". Want juist het noodzakelijk kalme tempo van strooien op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 23