Japan er terecht naar streeft om door ontwikkeling zijner ijzer en staalindustrie zich geheel onafhankelijk van het buitenland te maken. Wel leed gedurende de tweede helft van het jaar de Japansche industrie nog niet onder het uitvoerverbod als gevolg van de toestemming van Amerika om de vóór af kondiging van het besluit gedane bestellingen uit te voeren, maar het toonde aan, hoe mochten ooit de goede betrekkin gen tusschen beide rijken ophouden te bestaanJapan als eerste gevolg daarvan getroffen zoude worden in de beschik king over deze hoognoodige materialen. Tot aanmoediging der ijzer- en staalindustrie was in de buitengewone zitting van den rijksdag in Juni 1917 reeds eene wet aangenomen, waarbij steun wordt verleend aan particuliere fabrieken, welke zich op de fabricatie dezer grondstoffen toe leggen. De steun bestaat uit vermindering van inkomsten- en bedrijfsbelasting aan fabrieken met eene jaarlijksche opbrengst van minstens 5250 ton en wordt voorloopig voor den duur van 10 jaren verleend. Na de uitbreiding der ijzer- en staalfabrieken te Wakamatsu, waarvoor de gelden werden toegestaan bij de begrooting voor het dienstjaar 1916—1917 en welke uitbreiding in 6 jaren voltooid zal zijn, is thans eene nieuwe uitbreiding in overwe ging, waarvan de kosten 10 millioen yen zullen bedragen en waardoor het mogelijk zal zijn jaarlijks 100.000 a 120.000 ton ijzer en staal meer te vervaardigen. De uitbreiding zou in 2 jaren voltooid zijn; het erts voor de vermeerderde productie zoude in hoofdzaak gevonden worden uit de Chinliangchien ijzermijnen in Shantung, welke geschat wordt op een rijkdom van 20 millioen ton. De Zuid-Mantsjoerijsche Spoorwegmaatschappij ontgint thans de Anshantien-ijzermijnen in Zuid-Mantsjoerije, d. w. z. zij is bezig met den bouw van de ovens en overige fabrieksinrichtingen. De mijn, gelegen ongeveer 20 K. M. zuid van Liaoyang, wordt geschat óp een rijkdom van 100 a 150 millioen tonhet erts is van laag gehalte, nl. 40 °/0, doch de gemakkelijke wijze, waarop het gewonnen kan worden, maakt de ontginning loonend. Er wordt op gerekend, dat met de winning van erts begonnen kan worden in September 1918 en dat de eerste der twee ovens gereed 438

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 52