zal zijn in Januari 1919. De aanvankelijke opbrengst zal bij
volle werkkracht 150.000 ton ijzer per jaar bedragenhet totale
personeel werkzaam in de fabrieken en mijnen bedraagt 30.000
man. De fabrieken leggen zich slechts toe op de fabricatie van
ruw ijzer; staal zal niet worden gemaakt.
Door de Mitsubishi-Maatschappij zijn ijzersmelterijen opge
richt in Korea te Kenjiko, hetwelk met een zijlijntje verbonden
is met de groote spoorlijn nabij Heijyo (Phyöngyang). De werk
zaamheden in deze fabrieken zijn begin November aangevangen;
de hoogovens zijn in de onmiddellijke nabijheid der mijn ge
legen. Het kapitaal dezer nieuwe onderneming der Mitsubishi-
Maatschappij bedraagt 30 millioen yen; bij volle werkzaamheid
wordt op eene capaciteit van 100.000 ton ruw ijzer gerekend;
de werkplaatsen hebben een personeel van 3000 man, voor
het grootste deel Koreanen.
De fabriek te Muroran breidt haar kapitaal van 15 millioen
yen uit tot 30 millioen yen. De nieuwe aandeelen worden
verdeeld tusschen de Engelsche maatschappijen Vickers, Sons
Maxim Ltd., Armstrong, Whitworth Co. en de Maatschappij
tot exploitatie van kolonmijnen in Hokkaido, de drie bezitters
van alle aandeelen.
Behalve deze ondernemingen op groote schaal wordt gemeld
de voorgenomen, dan wel tot stand gekomen oprichting van
maatschappijen voor uitoefening van de ijzer- en staalindustrie
met minder aanzienlijke kapitalen; het ijzererts wordt voor al
deze ondernemingen gevonden in China en wel hoofdzakelijk in
de provinciën Anhwei (Yangtze vallei) en Shantung. De politieke
verhouding tusschen Japan en China gedurende het afgeioopen
jaar hebben het verkrijgen van concessies ten zeerste bevorderd.
Japan voerde gedurende 1917 voor eene waarde van
200.769.371 yen aan ijzer, staal en stalen voorwerpen, bovendien
voor eene waarde van 35.634.080 yen aan andere metalen
en 30.875.199 yen aan machinerieën in.
In de buitengewone zitting van den rijksdag in Juni 1917 werden
gelden toegestaan voor de oprichting van militaire werkplaatsen in
Korea; deze zullen gevestigd worden te Heijyo (Phyöngyang),
aan de groote spoorlijn van Fusan naar Antung gelegen. Het
toegestane bedrag van 4 millioen yen wordt over 2 jaren verdeeld
439