ijver op de studie, omdat hij bemerkt, dat men zich voor hem interesseert. Hij ziet in, dat het hoogere pensioen van den gegradueerde ook voor hem bereikbaar is. Hij stelt zich nu niet meer ten doel de blauwe jas zoo spoedig mogelijk aan den kapstok te hangen, maar om zoo spoedig mogelijk een rang te veroveren het leger behoudt hem. Eén zwaluw maakt echter nog geen zomer. De korpsschool te Semarang moge al, de goede richting zijn ingeslagen, maar onwillekeurig rijst de vraag: hoe is 't bij de andere bataljons gesteld? Hoe zal 't den leerling van de korpsschool te Sema rang vergaan, als hij naar een ander garnizoen wordt over geplaatst? Zal hij daar ook vinden een school, die zelfs voor den minst ontwikkelde binnen afzienbaren tijd resultaten zal opleveren? Of zal hij terecht komen op een school, waar al leen de meest energieken, die het beste vooronderwijs geno ten hebben, kunnen slagen? De uniformiteit zal hier ook wel een groote rol spelen, m. a. w. ook daar zullen de scholen wel niet beter zijn, dan ze vroeger te Semarang was, en de goedwillende soldaat heeft een desillusie meer te boeken. Het onderwijs op de korpsscholen moet verbeterd worden en liefst uniform zijn. Laat 't legerbestuur een commissie samen stellen, bestaande uit een paar officieren en onderwijzers, die de zaak bestudeert, en een rapport samenstelt, waarin zij met bepaalde voorstellen voor den dag komt, als de te gebruiken boeken, de uren, waarop les gegeven zal worden, indeeling der leerlingen en klassen naar hun ontwikkeling enz. enz Het resultaat zal zijn een opleven van den studielust van den minderen militair en behoud van de goede elementen voor het leger. Ss. 458

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 72