Van de Europeanen, die in de tweede helft van 1917 terecht stonden, waren er: Vier veroordeelden, die één jaar of minder dan één jaar dienst in Nederlandsch-Indië hadden. Zeven veroordeelden, die twee jaar of meer dan één jaar en minder dan twee jaren dienst in Nederlandsch-Indië hadden. Vijf veroordeelden, die drie jaar of meer dan twee jaar en minder dan drie jaren dienst in Nederlandsch-Indië hadden. Zeven veroordeelden, die vier jaar of meer dan drie jaar en minder dan vier jaren dienst in Nederlandsch-Indië hadden. Drie veroordeelden, die vijf jaar of meer dan vier jaar en minder dan vijf jaren dienst in Nederlandsch-Indië hadden. Eén veroordeelde, die zes jaar of meer dan vijf jaar en minder dan zes jaren dienst in Nederlandsch-lndié had. Elf hunner waren in aanraking met de politie of justitie in Nederland geweest, dan wel in een tuchtschool opgenomen geweest terwijl één Europeaan alcoholist, ais zoodanig thans in het krankzinnigengesticht te Lawang vertoevende, bleek te zijn, zoodat geen inlichtingen van dezen beklaagden in te win nen waren. Magelang, 20 Maart 1918. Mr. P. A. F, Blom, Auditeur- Militair 451 (1; (100—15-1—8—8). (2) (85-12—1—2—9). (3) (95—9—18—4). (4) (92—6—2—9). (5; Beklaagden werd steeds afgevraagd, of zij met politie of justitie in aanraking geweest waren of wel eenigen tijd op een tuchtschool hadden doorgebracht. Controle op de antwoorden bestond er niet, daar een extract straf register van veroordeelingen in Nederland niet bij de bescheiden van aldaar aangenomen Europeesche militairen aanwezig is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 65