Onze Infanterie-schietoplsiding in theorie en toepassing. Zonder ook maar in het minst iets te willen afdingen op de huidige aanslagmethode, integendeel uitgaande van het standpunt, dat deze eenmaal vigeerend met al hare con sequenties onvoorwaardelijk aanvaard dient te worden, zij het mij vergund de aandacht te vestigen op enkele gedeelten in de schietopleidiug van onze infanterie, welke n. m. m. mede oorzaak moeten zijn van minder goede uitkomsten. Hoewel deze stof reeds door velen en van verschillende kanten is beschouwd, hebben, naar ik weet, nog nimmer de punten het onderwerp van een artikel uitgemaakt, welke ik hieronder ter sprake wenschte te brengen. Het ligt nl. in mijne bedoeling er op te wijzen: 1. in hoeverre de schietopleiding in de practijk afwijkt van het voorschrift; 2. punten van ver schil op te noemen tusschen het voorbereidend onderricht en de manier, waarop naar de schijf geschoten wordt. Moge een minder getrouwe opvolging van hetgeen is voor geschreven tot gevolg hebben, dat, of de man niet in den geest van het voorschiift opgeleid wordt en dit laat ik buiten mijn betoogöf het resultaat beneden de verwachtingen blijft, aan de omstandigheid, dat voor het touwtje in menig opzicht an ders gehandeld wordt dan voor de schijf, moeten enkele na te noemen veelvuldig voorkomende fouten worden toegeschre ven juist, waar het de eerste voorbereiding vormt tot het laatste en het laatste de proef op de som genoemd wordt van het eerste, mocht men verwachten, dat tusschen beide zooveel mogelijk overeenstemming betracht zoude worden Nu kan weliswaar de gelijkvormigheid in manipulaties, zooals deze zich bij het schoolschieten en het voorbereidend onderricht voordoen, niet onbegrensd doorgevoerd worden, aangezien het materiaal ook zijne eischen stelt. Zooals toch het openen van 491

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 21