te behouden (c f 22). Weliswaar spreekt het voorschrift van
R-geweren, exercitiepatronen, richtingscontroleurs, hulpdoel-
schijfjes en strookschijfjes van 1/10 van de ware grootte, welke
artikelen zonder eenigen twijfel op elke rustkamer aanwezig
zullen zijn, doch hier geldt de groote vraag: wanneer komen
zij voor den dag? Hoogstens ten behoeve van het onderricht
aan de achterlijken
Individueel onderricht, dat op den voorgrond moet staan
22, 23 en 41), ziet men even sporadisch in toepassing, als
het zonder aanwijzing van den onderwijzer weder afzetten van
het geweer, indien een aanslag minder goed is 39).
Van hetgeen in 58 (le en 2e alinea) is bepaald: klasse-
gewijze onderricht in den gymnastischen (2) aanslag op commando
uitgevoerd, waarbij op het touwtje wordt gericht met als eisch
30 aanslagen met patronen en doordrukken, blijft in de prac-
tijk nagenoeg alleen over, dat de klasse op commando werkt.
Moet daarbij per 4 leerlingen mintens een hulponderwijzer
toezien, dat de man inderdaad nagenoeg gericht in den aanslag
komt. het resultaat is, dat dit personeel toekijkt. Of de man
een gerichten aanslag verricht, hetgeen natuurlijk slechts man
voor man is na te gaan, kan door het kader meestentijds niet
naar behooren gecontroleerd worden.
Overigen zij hierbij niet over het hoofd gezien, dat voor het
uitvoeren van den gymnastischen aanslag met patronen en
doordrukken slechts 8 R-geweren per compagnie ten dienste
staan, zoodat er bij het gewoonlijk gevolgde systeem, waarbij
de geheele compagnie zich oefent, geen sprake van is, dat
deze geweren op zoo'n morgen alle handen passeeren.
Slaat men thans den man eens nauwlettend gade, wanneer
hij als schutter voor de schijf staat. Om bijzondere redenen
493
(1) Merkwaardig genoeg werd (wellicht ook wordt) dit onderwijs maar
al te vaak opgevat in den zin van strafexerceeren, rouleerende onder
al het kader, in stede van het in een en dezelfde hand te houden,
wil het tenminste vruchtdragend zijn.
('2) Kortheidshalve had van samengestelde aanslagoefeningen kunnen
worden gesproken 42). Men zie ook de omschrijving van den
aanslag in het V. Q. O.