beginnende van af het moment, dat het geweer in den aanslag
is gebracht, zal men bij het meerendeel der schutters in meer
dere of mindere mate de navolgende fouten kunnen constateeren.
a. Bijna zonder uitzondering wordt aan den trekker gerukt.
b. Ingeval de afwijking genoemd wordt, geschiedt zulks meestal
onnauwkeurig, althans men hoort zelden of nooit afwijkin
gen als laaglinks, hoogrechts e. d.
c. Tijdens de grendelbeweging valt het geweer in nagenoeg
horizontalen stand, de korrel blijft tenminste niet zooveel
doenlijk in de lijn oog doel.
d. Het geweer wordt bij lange na niet gericht in den aanslag
gebracht. Ja, men mag zelfs aannemen, dat bij meer patronen-
vuur niet één schutter aanslagen maakt, welke ook maar
eenigszins gericht zijn. Dit is geen bloote onderstelling. Hier
onder zal ik gelegenheid vinden het resultaat van enkele
proefnemingen te vermelden, dat mij tot deze overtuiging
leidde. Trouwens, hoe uiterst zelden ziet men een schot, dat
bij ongeluk te vroeg afgaat, in de schijf belanden.
ad. a. Bij het onderzoek naar oorzaken van bovengenoemde
gebreken behoeft men zich over die van het rukken al zoo
niet het hoofd te breken. Kan het geleidelijk doordrukken kwalijk
anders dan een ongewone beweging voor den schutter zijn,
als hij tijdens de aanslagoefeningen nooit meer bereikt dan
drukpunt nemen en het narichten nimmer plaats heeft met door
drukken? Aan het gebruik van losse patronen bij velddienst
oefeningen, buiten het schietterrein de eenige gelegenheid,
waarbij de grendelbeweging en doordrukken is toegestaan,
behoeft dienaangaande geenerlei waarde toegekend te worden,
gezien, hoe dit knaleffect meestal teweeggebracht wordt.
Allerwege ziet men bij den aanvang der aanslagoefeningen
de slagveer spannen, zoodat daarna volgens het voorschrift
volstrekt niet mag worden doorgedrukt en de man dus uitsluitend
drukpunt neemt.
Een nog al voor de hand liggende oplossing ter voorkoming
van dit euvel is het spannen van de slagveer achterwege te
laten en onder het narichten zoo lang door te drukken, totdat
de trekker stuit.
ad. b. Zooals men stellig bij ondervinding zai weten, wordt
494