ifoet noemen van de afwijking bij het afgaan van het schot
<§§.32 en 42) nog al eens verzuimd. Tijdens de aanslagoefeningen
komt het zelden zoover, dat de slagpin vooruitschiet en de man
kan zeggen, hoe de vizierlijn ten opzichte van het mikpunt
afweek. Niettemin hoorde ik wel eens door de menschen eener
klasse afwijkingen noemen, nadat zij het geweer eenige oogen-
blikken in den aanslag hadden gehouden en doordrukken daarbij
nagelaten werd. Dit achtte ik voor mij het beste bewijs, hoe
het kader zich maar wat op de mouw laat spelden. Het is mij
n. 1. niet duidelijk, de afwijking op welk moment daartoe wel
gekozen wordt Toch niet op een willekeurig tijdstip?
Laat men evenwel doordrukken bij ontspannen slagveer, dan
zou de afwijking genoemd kunnen worden op het oogenblik,
dat de trekker stuit, hoewel dadelijk zij toegegeven, dat dit
voor den man niet zoo marquant is als het vooruitschieten van
de slagpin.
De fout, waar het hier echter om gaat. is, dat men in het al
gemeen nooit anders hoort noemen dan afwijkingen in recht
horizontalen of verticalen zin. In het bijzonder vindt men dit
sterk bij niet-Europeanen en komt een combintie van b. v. laag
en rechts blijkbaar nooit voor. Nu is „kanandibawah" of „bawah
sabelah kanan" ook een hinderlijke mondvol, indien er met
tijdopname geschoten wordt. Daarom zou men m. i. goed doen
den soldaat te leeren zijn afwijking in het Hollandsch te noemen,
wijl hij alsdan met hoogstens twee lettergrepen kan
volstaan.
Overigens behoeft hieraan voor het schieten zelf niet veel
beteekenis gehecht te worden. Belangrijker daarentegen is de fout.
ad. c. Oppervlakkig oordeelende, zou men allicht geneigd
wezen het laten zakken van de tromp bij het herladen geheel
op rekening te schuiven van ongewoonte, daar het openen
van den loop weinig beoefend wordt. In zekere mate is zulks
inderdaad ook het geval, doch het zou verre van juist zijn
deze fout in de eerste plaats daaraan toe te schrijven. Zich
nauwkeurig rekenschap gevende van de handelingen eens
schutters, zal men opmerken, dat, nog vóór de knop van den
grendel is aangevat, de tromp meestal reeds beduidend is
gezakt. In den grond schuilt hier gansch iets anders achter,
495