t. w. een minder juiste houding van vaardig, welke de man
zich heeft eigen gemaakt. Na het bespreken van de laatste
fout wensch ik hier nader op in te gaan.
ad. d. Het niet zooveel mogelijk gericht in den aanslag brengen
van het geweer is een fout. welke niet kan uitblijven, waar de voor
gaande wordt gemaakt. Het gaat natuurlijk bezwaarlijk een gerich-
ten aanslag te maken, indien in de houding van vaardig de korrel
zich reeds op de goede hoogte bevindt. Houdt men hierbij
tevens voor oogen, dat bij klassegewijze onderricht de aanslagen
zelden worden gecontroleerd, voor zoover nog het kader hier
toe in staat moet worden geacht, dan zou een eventueel
uitblijven van de onderwerpelijke fout werkelijk meer verwon
dering moeten baren
Wat er dan wel aan de houding van vaardig mankeert,
noemde ik reeds terloops. De korrel bevindt zich niet in de
lijn oog doel. Bij een zich op touwtje oefenende klasse springt
dit niet zoo duidelijk in het oog, ook al, omdat de korrel
hierbij minder afwijkt. Den man wordt altijd geleerd met de
tromp van zijn geweer in den aanslag 1 a 2 c.M. van het
touw verwijderd te blijven (§41). In de houding van vaardig
wijst hij als het ware met zijn tromp naar het kraaltje en negeert
zijn korrel dan ook volkomen.
Wie kan zich er dus nog over verbazen, dat hiervan niets
terecht komt, als het doel zich op grooteren afstand bevindt?
Dit is derhalve de reden, waarvan mij het voordeel van een
opstelling zoo dicht op het touwtje ten eenenmale ontgaat.
Daarbij komt nog, dat meermalen voor het doel veel te groote
kralen worden gebezigd, welke voorwerpen in geheel als mikpunt
beschouwd in plaats van als doel meteen mikpunt er op niet
anders dan onzuiver richten in de hand kunnen werken.
Zoo herinner ik mij voor eenige jaren bij de africhting van
Inlandsche recruten van een der veldbataljons met vrucht gebruik
te hebben gemaakt van kleine blikken schijfjes, welke aan de
touwtjes werden opgehangen, terwijl de man op enkele passen
afstand van het doel verwijderd bleef en zich uitsluitend
individueel oefende. Tijdens een serie van gezamenlijke schiet
oefeningen bleek naderhand, dat de aldus opgeleide manschappen
onder geheel dezelfde omstandigheden belangrijk zuiverder
496