Evenmin kan worden ingestemd met het denkbeeld de kreebrug
en het groot pionier-gereedschap welk laatste feitelijk ook bij
den Q.T. thuis behoort naar den A.T. over te brengen.
En eindelijk de officier, verpleegd als de soldaat van alle
landaarden; zijn bagage teruggebracht tot20K.G.! Zeker, alles
kan ten slotte! maar tot welken prijs? Ontberingen lijden leert
men niet, men kan er tegen of niet; in het laatste geval blijven
de kwade gevolgen op den duur niet uit. En zóó ruim zitten we
waarlijk niet in onze officieren, dat we ons zonder noodzaak
een dergelijke krachtproef op groote schaal zouden kunnen
veroorloven.
Toch zou er nog wel het een en ander uit den B. T. kunnen
verdwijnen; in de eerste plaats de groepszeilen, welke, zooals
Schrijver aangeeft, door tentzeilen waren te vervangen; voorts
benoodigdheden voor administratie, de geldkisten of trommels,
benoodigdheden voor schoen- en kleermaker, alsmede voor den
barbier. Dit alles zou naar den A. T. kunnen verhuizen, en
alleen tijdens de rustdagen worden opgehaald.
Hetzelfde zou eveneens kunnen geschieden met een gedeelte
van de bagage voor de officieren: één koffer en het veldbed
bij den B. T de 2e koffer bij den A. T.
En voorts nog eenige vereenvoudiging in ons tot in zooveel
decimalen berekend rantsoen, zoodat men ook zonder logarith-
mentafel of rekenliniaal een bordje eten voor den troep kan
machtig worden.
Op deze wijze zou wel iets op den B. T. kunnen worden
uitgewonnen, maar veel verder kan men toch bezwaarlijk gaan.
Schrijvers beschouwingen over het gebruik van muildieren en
a plus forte raison geldt dit voor olifanten zullen wel als
van zuiver theorethisch belang zijn bedoeld. Hoe zouden wij
toch aan ruim 1.100 muildieren moeten komen, indien deze niet
reeds alle in vredestijd beschikbaar waren? En dan nog, hoe
zou de aanvulling hiervan moeten plaatshebben? Waar schrij
ver zich voorstelt, dat de muildieren uitsluitend als draagdieren
zouden worden gebezigd, waarbij juist de grootste kans op
drukkingen enz. beslaat, moet een reserve van nog geen 4°/o
wel absoluut ontoereikend worden geacht. In oorlogstijd wordt
507