De uitkomsten van die verkenning op grooten afstand (en
van andere middelen tot het verkrijgen van gegevens omtrent
den vijand, b. v. kondschapsdienst) beïnvloeden de maatregelen,
die de A.B. neemt. Deze kunnen bestaan in het uitzenden
van eene colonne, waarvan de commandant, behalve een op
dracht, ook gegevens (bovenbedoeld) krijgt omtrent den vijand.
Bij die troepenafdeeling zal, naar gelang van den aard der om
standigheden, waarin zij zich bevindt, eenige cavalerie worden
ingedeeld. Behalve de vraag, of er in de richting, waarin de
colonne zich beweegt, nog door den A.B uitgezonden (vroeger
dus zelfstandig genoemde) cavalerie werkzaam is, zal ook de
beschikbare hoeveelheid van invloed zijn op de samenstelling
van de colonne (voor wat dan betreft de cavalerie).
Deze cavalerie, die door den colonnecommandant bij de
veiligheidstroepen wordt ingedeeld, helpt dan de voorhoede
in het vervullen van hare taak: bescherming van de hoofd
macht- Steeds moet daarvoor (rechtstreeksche beveiliging) een
gedeelte der bij de veiligheidstroepen ingedeelde cavalerie
worden bestemd, welk gedeelte natuurlijk van zoodanige
sterkte moet zijn, dat het zijn taak naar behooren kan vervullen.
Bevelen aan dat gedeelte worden gegeven door den voorhoe
decommandant. Of dat gedeelte zich tot 2 dan wel tot 5 K.M.
vooruit kan begeven, hangt van de sterkte af, gelijk dat op
blz. 102 is omschreven. Niet duidelijk is het, waarom dit ge
deelte een anderen naam moet krijgen, tenzij men daarmede
het verschil in optreden heeft willen merken. Dit verschil in
optreden schijnt (op het eerste gezicht) in hoofdzaak te liggen
in de gegeven getallen. Inderdaad echter ligt het groote verschil
in optreden in de omstandigheid, dat eene afdeeling, grooter
dan een peloton, zoo noodig patrouilles kan uitzenden naar
alle daarvoor in aanmerking komende punten, verder af zoowel
als dichter bij gelegen, terwijl daarentegen bij de zwakkere
afdeeling (cavaleriespits genoemd) naar de dichter langs den
marschweg gelegen punten infanteriepatrouilles (van de infanterie
spits) gezonden moeten worden, terwijl wat verder af ligt, voor
rekening van de snellere cava erie komt. In het eerste geval
kan het uitzenden van patrouilles door de infanterie (163) langer
achterwege blijven en wordt deze dus minder vermoeid.
Indien geen cavalerie door den A. B is bestemd, om in front
van de colonne werkzaam te blijven, of die om andere redenen
(b. v. in het optreden van den vijand gelegen) niet vóór de
colonne uit is, zal het nog van de omstandigheden, waaronder
ik in dit verband ook de meerdere of mindere volledigheid
van de den colonnecommandant ter beschikking staande gege
vens reken, afhangen, of hij van de voor zijn veiligheidsdienst
511