c. het behulpzaam zijn van mindere militairen, die na afloop
van hun dienstverband een particulieren werkkring zoeken.
Gaarne zou men vernemen, waarom de vorige Legercom
mandant vervangen moest worden, en of de in de bladen gegeven
voorstelling over de wijze, waarop dit plaats vond, juist is.
Een lid merkte op, dat het leger, zooals het nu is, niet
deugt; het dient volgens de meening van dezen spreker te
worden afgeschaft. Het geld, dat er nu aan uitgegeven, wordt,
zou beter besteed kunnen worden; het is een vermolmde stok,
waarop het gezag toch niet rusten kan. Anderen meenden dat
met een politieleger zou kunnen worden volstaan Een leger
is voor de inheemsche bevolking, naar sommigen meenen,
van geen belang, zij heeft niets te verdedigen, daar zij bezitloos is.
Gevraagd werd, of het legerbestuur op de wijze als, vermeld
in het Bataviaasch Nieuwsblad van 5 Juni 1918 avondeditie,
(artikel „De Uitkijk') moeite gedaan heeft om achter de namen
van de hoofdbestuursleden van den soldatenbond te komen.
Door eenige leden werd aangedrongen op reglementeering
van het concubinaat in de kazerne.
Bepleit werd de wenschelijkheid om voor niet-Europeesche
Christenvrouwen van mindere militairen afzonderlijke keukens
(vrouwenloodsen) op te richten.
Het werd wenschelijk geacht maatregelen te nemen tegen
de verwaarloozing van Inlandsche soldatenkinderen.
Verscheidene leden meenden hun stem te moeten verheffen
tegen een „rassenleger"— zij verstaan hieronder een leger,
dat bestaat uit verschillende rassen, die verschillend behan
deld worden zooals dit hier te lande is samengesteld.
Vele grieven vinden naar hun meening in de dualistische be
palingen, die in het leger ten aanzien van bezoldiging, voeding,
enz. nog bestaan, hun grond. Zij bepleitten de noodzakelijk
heid van de invoering van een standaard soldij, desnoods
met een toeslag voor den Europeeschen soldaal. Een lid drong
op de afschaffing van de werving van Amboneesche soldaten
aan. De Minahasa en Ambon worden door voortdurende re-
cruteering voor het leger ontvolkt. De Amboneesche soldaten,
die in hun land terugkomen, zijn veelal ongeschikt voor verder
werk. Ook zijn er velen onder hen, die besmet met vrouwen
ziekten terugkomen; een gevaar voor de volksgezondheid
Eenige leden wenschten te verklaren, dat zij in beginsel
tegen iedere uitgave voor het leger zijn, uitgezonderd die,
welke positie verbetering van den minderen militair inhouden.
Zij betoonden zich tegen uitbreiding van het leger en ver
meerdering van legermateriaal, zoolang de mogelijkheid van
een algetneene ontwapening na den vrede nog te verwachten
525