maken. Wij zien dan ook in de voor de compagnie geldende
exercitie- en gwec/i/svoorschriften van het jaar 1886 niet meer
de indeeling der compagnie in twee, maar in vier officiersaf-
deelingen (sectiën), eik bestaande uit 2 onderofficiersafdeeiin-
gen (groepen). Alleen voor wat den inwetidigen dienst betrof,
bleef het uit 2 sectiën samengestelde pelotonsverband gehand
haafd O
Men achtte echter hier te lande de in Nederland voor de
officiersafdeeling vastgestelde sterkte van 60 geweren veel te
groot in verband met de grootere bezwaren, aan de leiding
daarvan in onze meer bedekte terreinen verbonden, en meende
die sterkte niet grooter te mogen nemen dan 36 geweren.
De Indische groep kreeg aldus een sterkte van 18 geweren.
Bij de jongste reorganisatie der veldinfanterie werd de sterkte
van de onderofficiersafdeeling, welke nu den naam van brigade
kreeg, opgevoerd tot 19 geweren. Deze verhooging der sterkte
berustte op de in den loop der laatste jaren opgedane ervaring,
dat de groep (brigade) als patrouille-eenheid tegenover den I.V.
organiek een sterkte behoefde van 20 geweren.
Bij de gedachte opvoering door middel van militie van de
sterkte der compagnie tot 250 man in geval van mobilisatie
tegen een B.V. zou de sectie eene overeenkomstige sterkte en
indeeling erlangen als bij het Nederlandsche leger, derhalve
4 onderofficiersafdeelingen tellen, ieder bestaande uit 15 ge
weren. De naam brigade zou in dat geval worden vervangen
door die van groep.
In het moderne infanteriegevecht is de groep, veel meer dan
zulks te voren het geval was, te beschouwen als de kleinste
tactische eenheid, weshalve ook op haar als zoodanig van
toepassing is de voor iedere tactische eenheid als axioma
geldende eisch, dat hare sterkte zoo groot behoort te zijn, dat
zij zelfs vrij aanzienlijke verliezen, w. o. ook door afzending
van patrouilles, marschverliezen e d., moet kunnen ondergaan,
zonder daardoor al dadelijk hare waarde als tactische eenheid
geheel te verliezen. Dit in aanmerking genomen, mag een
sterkte van 15 geweren per groep (met inbegrip van den
(1) Sedert is het pelotonsverband geheel uit onze organisatie vervallen.
475