Algemeen was men van oordeel, dat officieren, die lid zijn van een examencommissie, daarvoor dezelfde schadeloosstelling behooren te genieten als de burger-examinatoren. Aangedrongen werd op een betere regeling van de vergoe dingen voor reizen in het belang van den dienst gedaan, daar, naar men gehoord had, de officieren klagen, dat zij daarop steeds moeten toeleggen. Eenige leden achtten het wenschelijk de leden der Vrijwil ligerskorpsen, ten opzichte van de verkorting der eerste oefentijd, bij invoering der Militie gelijk te stellen met de voormalige schutters en hen eventueel bij gebleken militaire geschiktheid vrij te stellen van dien eersten oefeningstijd, behalve ten op zichte van oefeningen in grooter verband. Meerdere leden drongen aan op aanmoediging van de op richting en instandhouding van de Vrijwilligerskorpsen door het beschikbaar stellen van meer beroeps-instructeurs enz. enz. Men was van oordeel, dat aan gehuwde militairen, die in het hospitaal worden opgenomen, de volle soldij behoort te worden uitbetaald, omdat zij in staat moeten worden gesteld hun gezin te blijven onderhouden en de kosten van hun huis houding door hun afwezigheid niet beduidend verminderen. Vele leden drongen er op aan, dat de miliciens en de vrij willigers op dezelfde wijze zouden worden behandeld. Men achtte het verkeerd, dat vrijwilligers zouden worden aangewezen om corveediensten te doen voor de miliciens. Men zou liever zien, dat evenals in Nederland, het verrichten van corveediensten aan burgers werd opgedragen. Men vroeg, wanneer de verplichte krijgsdienst voor Euro peanen ingevoerd wordt in de buitengewesten. Een lid vernam, dat vele voor dezen dienst in .aanmerking komende jongelieden Java verlaten en naar de buitengewesten gaan om zoodoende den dienst te ontloopen. Men vernam zelfs, dat het Gouver nement door overplaatsing van voor den dienst bij de militie in aanmerking komende landsdienaren, in deze het voorbeeld geeft. Aangedrongen werd op soldij verbetering ook voor den In lander met den meesten spoed, zoo mogelijk met terugwer kende kracht. Meerdere drongen aan op venbetering van de huisvesting van de gehuwde Amboineesche onderofficieren. Voor hen waren ook onderofficierswoningen te bouwen. De Europeesche on- 532

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 62