Bij deelneming aan excursiën hebben Europeesche onder officieren beneden den rang van adjudant-onderofficier, voor den geheelen duur, dat zij langer dan 24 uren verplicht ge scheiden van hun gezin moeten leven, aanspraak op eene toelage per etmaal of gedeelte daarvan van 0,75 Deze toelage wordt, met een enkele uitzondering, genoten door alle gehuwde Europeesche onderofficieren, dus ook door hen, wier gezin wegens stremming van het scheepvaart-verkeer verhinderd is naar Indië over te komen. Bij deelneming aan excursiën niet vallende onder bovenstaande regeling, aan manoeuvres en aan meerdaagsche oefeningen, wordt aan gehuwde Europeesche onderofficieren beneden den rang van adjudant-onderofficier ook weer met een enkele uitzondering die gerekend van af het uur van vertrek uit het garnizoen, langer dan 24 uur buiten hun garnizoen moeten vertoeven, voor elk etmaal of gedeelte daarvan, dat zij uit hun garnizoen afwezig zijn. ten behoeve van hun als dan in het garnizoen achter te laten gezin eene toelage toegekend van ƒ0,75 tegen inhouding van het aan dat geziq toegekende rantsoen levensmiddelen of van de vergoeding daarvoor. Laatstbedoelde toelage is toegekend ten behoeve van het gezin, en aangezien het in Europa vertoevende gezin van een Europeesche gehuwd onderofficier in onderwerpelijke gevallen geen meerdere kosten te bestrijden heeft, bestaat er geen reden aan dat gezin vorenbedoelde toelage toe te kennen. Inderdaad is gebleken, dat zij, die niet aan een menage deelnemen, een te groot deel van de soldij ten behoeve van hun voeding moeten afzonderen. Die mogelijkheid is voor de deelnemers aan een menage uitgesloten, doordat het gedeelte der soldij, waarover ten behoeve der voeding beschikt mag worden, aan een maximum gebonden is. Het gevolg hiervan is echter, dat, vooral op de duurdere plaatsen, de voeding niet altijd aan redelijke eischen voldoet. Bij de ten uitvoer legging van den maatregel, bedoeld in punt 15 der toelichtingen op onderafdeeling 409, tot welks onverwijlde inwerkingtreding inmiddels een voorstel van het Legerbestuur is ontvangen, zal het voedingsvraagstuk voor alle militairen op bevredigende wijze zijn opgelost. Tot vervanging van het verouderde reglement van krijgstucht kan eerst worden overgegaan, nadat in Nederland gereed zal ziin gekomen de invoeringswet op het wetboek van militair strafrecht (Wet van 27 April 1903 Staatsblad No. 111). 542

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 72